Stichting deelt praktische tips voor Surinaams stamboomonderzoek

PARAMARIBO — Lang is het stamboomonderzoek voor nazaten van de slaven gestopt bij 1863 omdat zij pas toen een achternaam kregen per familie-unit op de plantage waar ze verbleven. Pas toen zijn zij in de burgerlijke stand terecht gekomen. Nu is het zo dat de slavenregisters, die zich in het Nationaal Archief van Suriname bevinden, met behulp van vele vrijwilligers zijn ontsloten en door de Universiteit van Radboud in een database zijn geplaatst.
De voorzitter van de Stichting voor Surinaamse Genealogie, Pieter Bol, zal maandag (vandaag) om een uur in de middag toelichten hoe stamboomonderzoek het beste aan te pakken en welke bronnen er allemaal beschikbaar zijn om je eigen familiestraatje in dit doolhof van gegevens te kunnen vinden. De presentatie zal plaats vinden bij het Instituut voor Maatschappij-wetenschappelijk Onderzoek (IMWO) aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname.

“Deze onverwachte zaken maken dat het beeld van die achttiende eeuw toch anders is dan we vaak denken”

Genealogie
Als men weet op welke plantage voorouders hebben gewoond in 1863, zijn de families vaak verder middels de slavenregisters te reconstrueren. Dit is een enorme winst voor het onderzoek naar stambomen van Afro-Surinamers. 
Bol weet alles van genealogie, een eeuwenoude vorm van geschiedbeoefening. Jaarlijks wordt in Den Haag een drukbezochte Kon Makandra gehouden, waar vele Surinamers op af komen die geïnteresseerd zijn in hun familiegeschiedenis. En daar dan ook enthousiast over vertellen, of zelfs schrijven in het genealogieblad ‘Wi Rutu’. Dit is in Suriname verkrijgbaar via Ineke Bendter.
Verloren gewaande levenslopen
Hilde Neus van het IMWO, die Bol assisteert, doet onderzoek naar vrije vrouwen in de achttiende eeuw. Dit betekent dat zij voorouders tegenkomt die kolonisten waren, maar ook vrije, gemanumitteerde zwarte en gekleurde vrouwen die via allerlei documenten (zoals testamenten) informatie hebben nagelaten.
Reconstructies van dergelijke vrouwenlevens kunnen heel verrassende verhalen opleveren. Deze onverwachte zaken maken dat het beeld van die achttiende eeuw toch anders is dan we vaak denken. Zeker niet zwart-wit, maar met heel veel grijsgebieden.
Bol en Neus bespreken wat het betekent dat Surinaamse voorouders uit álle windstreken kunnen komen. Ook uit India, Java en China. Ze geven een praktische demonstratie van de belangrijkste bronnen voor Surinaams familieonderzoek. En laten zien hoe levensverhalen op te stellen vanuit de beschikbare bronnen. De presentatie maandag is toegangkelijk voor het publiek, dat ook de gelegenheid krijgt om vragen te stellen.