Standaarden ondernemerschap Suriname

Op het Afrikaanse continent zijn er goede voorbeelden om economische stappen vooruit te zetten. Wij kijken vaak naar Aziatische landen, maar wij denken dat vanwege de politiekvoering en de cultuur, die alle gekarakteriseerd worden door minder discipline, wij eerder moeten kijken naar Afrikaanse landen. Een voorbeeld is Rwanda. Het Afrikaans land Tanzania trekt nu een grens voor wat betreft buitenlandse ondernemers die in het land worden toegelaten. In het Afrikaanse land worden buitenlandse kleine ondernemers geweerd. De Surinaamse overheid moet lessen hieruit trekken. Tanzania heeft recent harde maatregelen aangekondigd. Buitenlanders mogen geen kleine ondernemingen meer runnen zoals salons, buurtwinkels, restaurants en zelfs gidswerk in het toerisme. Ook het rechtstreeks inkopen van landbouwproducten is verboden. De maatregel moet lokale werkgelegenheid beschermen en economische ruimte creëren voor de eigen bevolking.

Overtreders riskeren niet alleen boetes en gevangenisstraf, maar ook de intrekking van visa en werkvergunningen. Dit wordt aangemerkt als een krachtige maar legitieme vorm van economisch zelfbehoud die in meerdere ontwikkelingslanden leeft, maar in Suriname dode letter blijft. 

In Suriname is het midden- en kleinbedrijf (MKB) steeds meer terrein aan het verliezen aan buitenlandse ondernemers. Vooral nieuwkomers die opereren vanuit hechte familie-eenheden, met lange werktijden, lage marges en directe toegang tot informele financiering concurreren heel hard. Wat ook daarbij geldt is dat de Surinaamse wetgeving niet in acht wordt genomen. Onze eigen ondernemers hebben moeite te concurreren, en worden verdrukt in wijken, handelsstraten en markten. Tegelijkertijd faalt beleid om het Surinaamse MKB te beschermen of te versterken. Een duidelijke herijking van het immigratie- en ondernemersbeleid is vereist. Er moet bescherming komen voor sectoren waar Surinamers prioriteit moeten krijgen. En er moet controle komen op misbruik van werkvergunningen en schijnconstructies. Als we niets doen, verliezen we niet alleen banen, maar ook onze economische identiteit. 

In Suriname is er al een nationaal migratiebeleid voorbereid enkele maanden terug en aangeboden aan de regering in samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). In dit beleid moet aandacht worden besteed aan het type ondernemers, professionals en arbeiders die voor Suriname worden toegelaten. 

Buitenlandse kleinhandelaren hebben de Surinaamse uit de markt gedrukt, maar de kleinhandel wordt gekenmerkt door zware concurrentie en prijzen die relatief betaalbaarder zijn vergeleken met het tijdperk toen Surinamers de winkels runden. 

Tanzania is een land in Oost-Afrika. Het land grenst aan Congo-Kinshasa, Rwanda en Burundi in het westen; Oeganda en Kenia in het noorden; en Mozambique, Malawi en Zambia in het zuiden. De hoofdstad is Dodoma, maar de grootste stad is Dar es Salaam. De officiële landstaal is Swahili; daarnaast heeft het Engels de status van voertaal. Binnen de republiek heeft Zanzibar een semi autonome status. De naam Tanzania is een samentrekking van de twee landen waaruit het voortgekomen is, Tanganyika en Zanzibar. Tanzania heeft buitenlanders verboden om voornamelijk kleinschalige bedrijven te bezitten en te exploiteren. Dit heeft tot bezorgdheid en tegenstand geleid in buurland Kenia. De nieuwe richtlijn verbiedt vreemdelingen in 15 sectoren, waaronder mobiele geldtransfers, reisbegeleiding, kleinschalige mijnbouw, de inkoop van landbouwgewassen, schoonheidssalons, curiosawinkels en het opzetten van radio- en tv-activiteiten. 

De regering legde uit dat buitenlanders steeds meer betrokken zijn geraakt bij de informele sector en gebieden die beter bevolkt zijn door Tanzanianen. Lokaal is de maatregel over het algemeen positief ontvangen te midden van groeiende bezorgdheid dat buitenlanders, waaronder Chinezen, zich op kleinere bedrijven storten. Vorig jaar gingen handelaren in het bruisende winkelgebied Kariakoo in Dar es Salaam in staking om te protesteren tegen agressieve belastingheffing en oneerlijke concurrentie van Chinese handelaren. Overtreders riskeren boetes, 6 maanden gevangenisstraf en verlies van visa en werkvergunningen. Het verbod zou buitenlanders ook aanmoedigen om te investeren in grootschalige bedrijven. 

Maar de maatregel is in buurland Kenia met woede ontvangen. Sommigen beweren dat het in strijd is met de overeenkomsten van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC), die het vrije verkeer van personen en de handel tussen de 8 lidstaten garanderen. De regering in buurland Kenia vindt dat het verbod zowel de economie van zowel Kenia als Tanzania zou schaden. 

Zulke maatregelen zouden wederzijdse beperkingen kunnen veroorzaken, dus dat er beperkingen komen tegen de Surinaamse regering en ondernemers uit landen waar de burgers het effect van voelen. Ook zou het kunnen leiden tot diplomatieke spanningen.   

Tanzania en Kenia hebben periodiek te maken gehad met politieke en economische spanningen. De invoering van beschermende tarieven en importverboden door Tanzania heeft in het verleden kritiek gekregen van de regionale partners. In mei zei de Keniaanse regering dat ongeveer 250.000 Kenianen in Tanzania woonden, werkten of zaken deden. 

Voor Suriname is het duidelijk dat een beleid van stimulering van micro- en klein ondernemerschap moet worden gestimuleerd en met de nadruk van de traditionele lokale sectoren en de ambachtelijke sector in Suriname waarbij we denken aan visrokerijen, vis- en garnalen verwerking en de productie van typisch verwerkte Surinaamse voedselproducten zoals chips en pinda sambel. We denken ook aan de klein-landbouw en de agrarische handel. Er zijn sectoren waar Surinamers een ‘comparative advantage’ hebben en die moeten onze klein-ondernemers behouden.