Staatsolie ontving te veel aan verkoop brandstof en transportkosten van EBS

door

Staatsolie Maatschappij Suriname NV heeft de afgelopen periode te veel in rekening gebracht aan de NV Energie Bedrijven Suriname (EBS) voor de verkoop van brandstof en transportkosten van olie naar de opwekcentrales van het energiebedrijf. Het gaat om een bedrag van ongeveer US$ 50 miljoen, zegt Robert Ameerali, lid van de technische commissie van de vakbeweging.
Als gevolg hiervan werden hogere elektriciteitstarieven afgewenteld op de consument. Staatsolie heeft inmiddels schriftelijk erkend dat er te veel gefactureerd is. Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning zal dit bedrag moeten terugvorderen en benadrukt dat het volk een eerlijke prijs voor energie moet betalen.
De technische commissie heeft een presentatie gegeven aan vakcentrale C-47 over de behaalde resultaten. De commissie voerde maandenlang actie tegen wat zij als een te hoge prijs beschouwden, met “veel lucht” in de tarieven. Inmiddels is een akkoord bereikt met de regering, wat inhoudt dat de gemeenschap de komende drie maanden een lager elektriciteitstarief zal betalen. Volgens Ameerali vroeg Staatsolie eerder US$ 5 te veel per vat olie dat werd gebruikt voor stroomopwekking.
Opmerkelijk genoeg verzet de directie van EBS zich tegen de tariefsverlaging die door de commissie werd bepleit. Ameerali stelt dat hetzelfde model wordt gebruikt om een hoger tarief aan de consument door te berekenen, terwijl er volgens hem veel ruimte is voor efficiëntie. De verlaging die EBS de afgelopen acht maanden heeft betaald aan Staatsolie Power Company Suriname NV (SPCS) komt neer op US$ 6,3 miljoen, een bedrag dat volgens de voormalige vicepresident onterecht is betaald.
Daarnaast is er in dezelfde periode US$ 20 miljoen betaald voor transportkosten. In correspondentie met de regering is afgesproken dat de brandstofprijs is gemaximaliseerd op US$ 83 per vat voor de EBS en US$ 81 voor de SPCS. Deze maximumprijs geldt voor de komende drie maanden, tot 31 december 2024. Mocht de olieprijs dalen, dan zal het tarief verlaagd worden. Bij een stijging zal de maximumprijs worden gehanteerd.