Staar en blindstaren

DE SNIJD / Armand Snijders
Terwijl de meeste notabelen onlangs halleluja van de daken schreeuwden na de ondertekening van de Final Investment Decision (FID) door Chan en zich blindstaren op de oliedollars die hun ogen vulden, onderging ik een ingreep aan mijn rechteroog wegens staar. Ik wist al zeker vier jaar dat het moest gebeuren en heb me daar mentaal ook helemaal op voor kunnen bereiden. Net zoals Suriname ruim vier jaar de tijd had om zich, na de ontdekking van het zwarte goud begin 2020, klaar te stomen voor als de FID zou komen en aangekondigd werd dat daadwerkelijk met de winning zou worden begonnen. Dat gebeurde dus op die ‘historische’ en memorabele 1 oktober.

Maar helaas hebben onze beleidsmakers vooral gepraat over hoe het allemaal zou moeten en zich blindgestaard op de oliedollars die op den duur via TotalEnergies zullen binnenstromen. En vooral niet op hoe dat geld wijselijk zou moeten worden gespendeerd.

“Chan wil het liefst zelf aan de oliekraan kunnen draaien en negeerde dat voorstel. Dat is tekenend voor zijn gebrek aan een langetermijnvisie, beter gezegd zijn kortzichtigheid”

Dat blindstaren zal, vrees ik, leiden tot een janboel, waarbij het recht van gewiekste politici zal gelden, die uiteindelijk samen met de buitenlandse multinational de grootste greep in de geldpot zullen doen. Dat is ook gebeurd met het bauxiet toch? En gebeurt nu nog steeds met het goud. Vraag maar aan bijvoorbeeld veepee Ronnie.
Dus de hoerastemming van Chan en zijn kliekje zal bij heel veel Surinamers een zwart randje hebben, in de wetenschap dat zij weinig tot niets van de rijkdommen gaan zien. Sommige mensen zullen mij wel weer zwartgallig vinden, maar het feit dat de regering bijna vier jaar lang heeft zitten slapen en helemaal geen openheid geeft over wat de afspraken zijn met TotalEnergies, is al een veeg teken.
Het is bijvoorbeeld onduidelijk welke minister verantwoordelijk is voor de ontwikkelingen op oliegebied. Immers, er is nog geen ministerie van Olie & Gas, waar Gregory van de NPS al jaren geleden voor heeft gepleit. Chan wil het liefst zelf aan de oliekraan kunnen draaien en negeerde dat voorstel. Dat is tekenend voor zijn gebrek aan een langetermijnvisie, beter gezegd zijn kortzichtigheid.
Chan en anderen beloven het volk ondertussen wel al tijden “gigantische rijkdommen” en zelfs “een tsunami aan geld”. Net zoals hij ook heel vaak heeft gezegd dat de crisis voorbij is en iedereen het licht in de tunnel zal zien. Allemaal leugens, die we inmiddels van het staatshoofd gewend zijn.
Met die “gigantische rijkdommen” en “een tsunami aan geld” zal het wel eens vies kunnen tegenvallen. Want de realiteit is dat Suriname tot 2050 bitter weinig van de olie-inkomsten zal zien, zo voorspellen ook onafhankelijke deskundigen.
Voorlopig komt er de komende jaren nog geen oliecent binnen. En als die al komen, dan moet eerst de enorme berg schulden van het land – die onder Chan alleen maar hoger is geworden – worden afgelost. En die waarschijnlijk nog verder zal groeien, omdat de regering het huishoudboekje voor de komende jaren nog helemaal niet op orde heeft.
Chan mikt daarom, als hij tegen de verwachtingen in wordt herkozen volgend jaar, vooral op nieuwe leningen van het Internationaal Monetair Fonds en andere gulle geldschieters, in de hoop dat op termijn voldoende oliedollars binnenkomen om die schulden terug te betalen.
Trouwens, het gênante – en bijna schofterige – is dat de VHP in een verklaring namens Chan alle eer opeist voor de totstandkoming van de FID: ‘De regering van Suriname heeft na vele jaren van hard werken en plannen een belangrijke beslissing genomen om de offshore olievoorraden van ons land te ontwikkelen’. Zo schreven de oranje rakkers.
Pardon?! Is het de verdienste van deze regering? Volgens mij hebben Chan en zijn mensen jaren gewacht op en gebedeld voor een FID, die uiteindelijk helemaal alleen door TotalEnergies is genomen. En dat de Franse multinational lang geleden is begonnen met zoeken naar olie voor onze kust, is vooral de verdienste van de vorige regering van Desi.
Dus als er iemand een beetje met de eer mag gaan strijken, dan is het onze voortvluchtige ex-president wel. Overigens, die zal daar weinig lol aan beleven, terwijl hij op een onbekende plek aan het wegkwijnen is. Had hij zich in januari nou maar netjes aangemeld bij de gevangenispoort, dan had iemand hem nog een glas champagne kunnen brengen om te toasten.
Voor Chan is het in ieder geval een gruwel dat de eer zijn voorganger toekomt en dat niet hij de geschiedenis ingaat als de grondlegger van de oliehistorie die Suriname op gaat bouwen. Hij zal als de president die opzichtig wilde pronken met andermans veren de boeken ingaan. En met de kortzichtige kijk op zaken moet worden gevreesd …