Sollicitatiebrieven blijven liggen bij ministerie van Onderwijs

Sollicitatiebrieven blijven nog altijd liggen op het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC), waardoor veel aanvragen onbeantwoord blijven. Volgens ad interim-minister Diana Pokie, die dit tijdens de regeringspersconferentie toelichtte, komt dit deels door uitvallende systemen, met name op de afdeling aan de Heerenstraat.
Daarnaast heerst binnen de overheid een cultuur waarbij op sollicitatiebrieven niet wordt gereageerd als er geen directe behoefte is aan personeel. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen onderwijzend en niet-onderwijzend personeel.
Pokie benadrukte dat sollicitatiebrieven van leerkrachten niet blijven liggen wanneer er daadwerkelijk tekorten zijn. Voor administratief personeel geldt echter de huidige personeelsstop, waardoor nieuwe aanstellingen slechts beperkt mogelijk zijn.
Over de mogelijkheid om gepensioneerde leerkrachten terug te halen is nog geen beslissing genomen; het nieuwe onderwijsteam moet zich hierover nog buigen.
Vicepresident Gregory Rusland maakte bekend dat er binnenkort een thematische week in De Nationale Assemblee zal worden gewijd aan het onderwijs. Tijdens deze vergaderweek zullen experts en belanghebbenden diverse vraagstukken rond het onderwijssysteem bespreken.
Volgens Rusland kampt de overheid breed met problemen rondom personeelsaanwerving. “Het ministerie van Onderwijs is met ruim 17.000 medewerkers het grootste ministerie van het land. In de afgelopen periode zijn er veel aanstellingen en bevorderingen geweest, maar het blijft een uitdaging,” aldus de vicepresident. Het crisisteam van het ministerie zal zich de komende tijd blijven buigen over urgente kwesties.
President Jennifer Simons onderstreepte dat het onderwijssysteem dringend moet worden aangepakt. “De regering moet zich richten op het oplossen van acute problemen, maar structurele verbeteringen zijn ook noodzakelijk,” zei het staatshoofd.
Volgens de president kan het onderwijssysteem niet uitsluitend achter bureaus worden hervormd. Zij pleit voor een brede dialoog met de onderwijssector én de samenleving en benadrukt dat ook de relatie tussen onderwijs en de zorgsector kritisch moet worden bekeken.