Slechte transparantie mineralensector beïnvloedt score EITI

‘Druk van buiten zal maken dat Suriname openheid van zaken geeft’

Problemen met transparantie, vertragingen door Covid-19, ingewikkelde aanbestedingsprocedures en zwakke instituten. Dat zijn de grootste boosdoeners in de strijd die Suriname levert om te voldoen aan de Extractive Industries Transparency Initiative (EITI)-standaard. Surinames lidmaatschap is tijdelijk geschorst, wat schadelijk is voor de reputatie van het land, bevestigt Novella Majana, nationaal coördinator van EITI Suriname, in gesprek met de Ware Tijd. “Echter, we zijn in contact met vooral het EITI International Latin American and Caribbean Team (LAC). Er is besloten in het bestuur om het rapport voor 2021/2022 in juni af te hebben, maar het niet afronden zal niet betekenen dat we uit de EITI worden geschrapt”, weet Majana zeker. Zij is in 2023 aangetrokken om het project te leiden.

Tekst en beeld Euritha Tjan A Way

Majana leidt het dagelijkse secretariaat, maar daarboven zit een Multi Stakeholder Group (MSG) van negen mensen, gelijkelijk verdeeld over Civil Society, bedrijven actief in de mineralensector en de overheid. Rayah Bhattacharji, die in de MSG zit namens de Civil Society vertegenwoordigt de niet-gouvernementele organisatie (NGO) Projekta. “De lobby om toe te treden tot de EITI is sinds 2010 aan de gang, toen de Wereldbank na lange tijd weer projecten zou uitvoeren in Suriname. In 2016 is er een subsidie verstrekt en ondersteuning gegeven om daadwerkelijk toe te treden.”

“Er schijnt conflict of interest te zijn met ‘politically exposed persons’, die belangen hebben in de mineralensector”

Suriname heeft in totaal drie keer gerapporteerd en moet nu het vierde rapport indienen met gegevens over 2021 en 2022. “Eén van de zaken die ons heeft opgehouden, is dat we een onafhankelijke administrator moeten hebben. Maar het aanbestedingsproces bij de Wereldbank om te bepalen hoe die moet worden aangetrokken en wie dat moet zijn, was erg lang. Daarnaast worden elke drie jaar regels aangepast, waarna een nieuwe standaard wordt geïntroduceerd waaraan de deelnemende landen moeten voldoen”, zegt Bhattacharji.

Instituten versterken

Majana vult aan dat ook Suriname zijn instituten moet versterken. “We zouden geen onafhankelijke administrator nodig hebben als de Rekenkamer in staat zou zijn dit werk te doen. Maar daar zijn ze al onderbezet, dus dat gaat niet. Als we de Rekenkamer zouden versterken, zou ze ook kennis hebben over de procedures die bij dit proces horen.”

Suriname is niet alleen laat met het aanleveren van het rapport voor 2021 en 2022 aan de EITI. Het land scoort ook relatief laag: 58,5 punten voor het voldoen aan standaarden. Op de EITI-website staat dat Suriname slecht scoort bij transparantie.

In de samenwerking met belanghebbenden scoort het land vrij hoog, maar bij het doorvoeren van de aanbevelingen (23) die de organisatie had gedaan, is er ook sprake van een lage score. “Kijk bijvoorbeeld naar Grassalco. Het management zegt dat het bedrijf het goed doet, maar het heeft sinds 2018 geen jaarverslagen en jaarrekeningen. Dat soort gegevens moet een goed draaiend bedrijf kunnen publiceren en ze moeten toegankelijk zijn voor het grote publiek”, legt Majana uit.

Dit is één van de aanbevelingen die door het EITI zijn aangehaald na de validatie van Suriname. De organisatie houdt alle deelnemende landen aan dezelfde wereldwijde standaard. Via validatie, het kwaliteitsborgingsmechanisme, worden de landen beoordeeld op hun prestaties bij het voldoen aan de vereisten en inspanningen om belangrijke bestuurlijke uitdagingen aan te pakken.

Er kan nog meer worden genoemd als het gaat om transparantie. Majana verwijst naar de goudopkoopbedrijven die niet transparant zijn naar de goudverkopers toe over hoeveel royalty’s zij precies afdragen. “Dat zijn vaak de mijnbouwrechthouders. Zij zijn het zat dat ze elke keer worden aangekeken alsof zij niet transparant zijn, maar het zijn de opkopers die hen onvoldoende bewijs geven van betaalde royalty’s.”

Werkelijke eigenaren

Ook het feit dat Suriname weliswaar een registratie heeft van de concessies voor goud, bouwmaterialen en olie, maar geen wetgeving die betrokkenen dwingt om precies te vermelden wie de uiteindelijke eigenaren zijn van de bedrijven in de sector, maakt dat het land minder transparant overkomt. “Dat is één van de dingen die moeilijk lijkt te gaan. Veel mensen willen geen openheid van zaken geven. Er schijnt conflict of interest te zijn met ‘politically exposed persons’, die belangen hebben in de mineralensector”, zeggen Majana en Bhattacharji.

Ze geven beiden aan dat er al een website was met informatie over bedrijven in de minerale sector die fungeerde als een one stop window. “Maar daar zijn problemen mee en het functioneert niet meer.” Wat precies het probleem is, weet geen van de twee vrouwen.

Echter, het is niet allemaal kommer en kwel. “De nieuwe ontwerp-Mijnbouwwet heeft in zich de opzet van een Delfstoffenautoriteit. Daarin zullen het Bauxietinstituut Suriname, Ordening Kleinschalige Goudsector en Geologisch Mijnbouwkundige Dienst samensmelten”, vertelt Majana.

Binnen die wet zal …