Simons over overheid als werkverschaffing: “Dat gaan we niet doen”

door

Op de tweede dag van het economisch debat van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), gehouden op woensdag 14 mei in het Assuria Event Center, werd onder meer gesproken over het rationaliseren van het overheidsapparaat. Tijdens de discussies over financieel-economisch beleid, goed bestuur en sociaal beleid kwam het thema van de overvolle overheid en politieke benoemingen nadrukkelijk aan bod.

ADVERTENTIE

Econoom Waddy Sowma stelde dat de praktijk uitwijst dat politieke partijen, eenmaal aan de macht, de overheid gebruiken als middel voor werkverschaffing. Jenny Simons (NDP) reageerde daar fel op: “Dat gaan we niet doen,” zei ze resoluut.
Volgens econoom Winston Ramautarsing is de slechte economische situatie in Suriname vooral te wijten aan slecht openbaar bestuur. Hij legde de verantwoordelijkheid bij de politieke partijen, die volgens hem hebben bijgedragen aan een overvol en gepolitiseerd overheidsapparaat.
“De NDP heeft 7.000 ambtenaren toegevoegd. Deze regering heeft geen ambtenaren toegevoegd, maar wel de 7.500 mensen die met pensioen waren vervangen met ‘friends and family’,” aldus Ramautarsing. Simons erkende dat alle regeringen sinds de onafhankelijkheid de overheid hebben gebruikt als middel om mensen uit de armoede te halen.
Ze gaf aan dat het ambtenarenapparaat daar niet voor bedoeld was, maar wees ook op het historische gebrek aan economische ontwikkeling. “Het is toen fout gegaan en ik ben het ermee eens dat het moet stoppen. We gaan mensen niet zomaar ontslaan. Op korte termijn willen we ontbrekende wetgeving opstellen zodat de overheid beter gaat functioneren. Ministers maken geen beleid, maar micro-managen. Dat is ook een reden waarom het ambtenarenapparaat niet is gerationaliseerd,” aldus Simons.
Ze benadrukte dat bij rationalisatie vaak wordt gedacht aan massaontslag. “Wat in 80 jaar is opgebouwd, kun je niet in drie jaar afbreken,” zei Simons. Volgens haar verkeert het land bovendien niet in een economisch klimaat waarin ambtenaren zomaar ontslagen kunnen worden. De ervaring leert dat er te veel laagopgeleide medewerkers zijn en een tekort aan hoogopgeleid deskundig personeel.
Rationaliseren betekent volgens Simons niet automatisch dat er miljoenen aan de overheid worden uitgegeven. Het gaat erom dat de overheid efficiënter wordt. Ze gaf aan dat digitalisering van de overheid hierbij een belangrijke rol speelt. Die digitalisering zal er volgens haar toe leiden dat mensen na 2028 vrijwillig uitstromen om andere werkzaamheden te gaan doen.
Bronto Somohardjo (PL) voegde eraan toe dat de huidige regering is begonnen met de Public Sector Reform, en dat dit gedeeltelijk zijn vruchten heeft afgeworpen. Volgens hem is dankzij de registratie onder meer ontdekt dat sommige mensen dubbele salarissen ontvingen, waarna zij uit het systeem zijn gehaald.
Ook moesten ambtenaren vrijwillig het apparaat verlaten. “We konden mensen niet verplicht laten gaan. Het kon en kan beter, maar er is een aanvang gemaakt en we zullen doorgaan,” aldus Somohardjo.
Angelic del Castilho (DA’91) benadrukte dat professionalisering noodzakelijk is, maar dat goed bestuur daarbij onmisbaar is. Volgens haar is er tot 2028 geen ruimte voor massaontslag, maar moet gewerkt worden aan herverdeling binnen het overheidsapparaat. Tegelijkertijd moet de basis gelegd worden voor het midden- en kleinbedrijf (MKB), zodat er meer werkgelegenheid ontstaat.
“Op die manier kunnen mensen vanaf 2028, wanneer de oliedollars beginnen binnen te komen, vanzelf hun weg vinden naar het bedrijfsleven, eventueel via training en incentives,” aldus Del Castilho.