Silvano Tjong-Ahin: “Suriname moet lokale participatie in olie- en gassector garanderen”

door

Silvano Tjong-Ahin, politicus en voormalig minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM), pleit in gesprek met Suriname suriname voor meer aandacht voor lokale participatie (local content) binnen de opkomende olie- en gasindustrie. Volgens hem moet Suriname zich goed voorbereiden, zodat het grootste deel van de werkgelegenheid niet naar buitenlandse arbeidskrachten gaat.
“Als we de beschikbare werkplekken niet goed monitoren, zal het gros van de banen worden ingevuld door buitenlanders. We hebben nog enige tijd om zaken op orde te stellen voordat de stroom aan bedrijven en mensen naar Suriname komt,” aldus Tjong-Ahin.
De oprichting van een ministerie van Energie, Olie en Milieu noemt hij een stap in de juiste richting. “Dit ministerie moet zich toeleggen op het ontwikkelen van beleid rond local content en het begeleiden van aannemers en bedrijven. De groei van de sector zal alleen ten goede komen aan de samenleving als we ervoor zorgen dat Surinamers daadwerkelijk meedelen in de voordelen.”
Tjong-Ahin benadrukt dat wetgeving nodig is die Surinamers een eerlijke kans op de arbeidsmarkt biedt. Tegelijkertijd moet de kwaliteit van arbeid en dienstverlening op alle niveaus omhoog: “We moeten concurrerend zijn, niet alleen regionaal, maar ook internationaal. De regering heeft al enkele stappen gezet, maar het tempo moet omhoog.”
Daarnaast wijst hij op de rol van de samenleving zelf: “We moeten beseffen dat onze productiviteit en kwaliteit omhoog moeten. Er zijn trainingen nodig op alle niveaus – niet alleen academisch, maar ook praktisch en technisch.”
De aankondiging van minstens drie nieuwe hotels onderstreept volgens Tjong-Ahin de dringende behoefte aan meer geschoolde arbeidskrachten. De toestroom van expats en zakelijke bezoekers zal fors toenemen, wat extra druk zet op de dienstverlenende sector.
Tjong-Ahin uit verder zijn zorgen over de onvoldoende betrokkenheid van de districten bij de ontwikkeling van de olie- en gasindustrie. “De focus ligt nu te veel op hogere en technische opleidingen, maar het mag daar niet bij blijven. We moeten armoedebestrijding koppelen aan opleidings- en werkgelegenheidsprogramma’s. Iedereen moet gelijke kansen krijgen in deze nieuwe fase van onze economische ontwikkeling.”
De oud-minister besluit met een oproep tot structurele ordening van de samenleving: “Er is een begin gemaakt, maar dat moet worden doorgezet. We moeten leren omgaan met de structuren die we zelf opbouwen. Het zal een grote uitdaging zijn, maar de politieke wil moet er zijn om die ordening daadwerkelijk te realiseren.”