Schone binnenstad

door

ROZENGEUR / Gerold Rozenblad

Het mooiste nieuws van de afgelopen week lag voor mij niet in plannen van de beleidsmakers. Het was de simpele aankondiging dat twee buurtmanagers samen met anderen de mouwen oprollen om de binnenstad een grote schoonmaakbeurt te geven. Leverni Blokland en collega Diego Druiventak gaan in samenwerking met stichting Samaria Tour, met inzet van dak- en thuislozen, proberen de stad een schoner aanzicht te geven. Het werk is verspreid over een aantal zondagen. Gelukkig, want de mestvaalt die we ‘Paramaribo’ noemen maak je niet eventjes op een zondagmiddag schoon. De initiatiefnemers hopen dat hun initiatief uitwaait naar de buurten en dat daar mensen het oppakken om ook hun omgeving schoon te maken.

Schoonmaken is één. Schoonhouden zal veel moeilijker zijn. Het zal een cultuuromslag vergen om Paramaribo en de buurten schoon te houden. Hoewel iedereen klaagt over hoe vies de binnenstad is en hoezeer het er overal naar pis stinkt, zijn het vuil en de pis niet komen aanwaaien. Wij zijn zelf daar verantwoordelijk voor.

“Schoonmaken is één. Schoonhouden zal veel moeilijker zijn. Het zal een cultuuromslag vergen om Paramaribo en de buurten schoon te houden”

Eerder zijn initiatieven om de stad schoon te houden gestrand. Recent is nog bekend de poging van Tra Fas’ De die met vrijwilligers aan de Waterkant weleens bezig was om het vuil op te harken in een aanzet de omgeving netter te maken. Tevergeefs.

Het is te hopen dat de twee initiatiefnemers met hun teams ook na hun geplande schoonmaakdagen doorgaan, tot het een beetje in ons gaat zitten dat er tenminste een beetje schuldgevoel overblijft wanneer wij bevuilen wat anderen met behoorlijke inspanning schoon proberen te houden. Tot elke taxi en buschauffeur zich drie keer bedenkt alvorens achteloos zijn piemel tevoorschijn te halen om tegen een muurtje bij de eindhalte zijn plasje te doen. Maar dat zal bredere, consistente steun vergen.

Recent kwamen spelers binnen de toerismesector bijeen met president Jenny Simons om met haar hun visie over toerismebeleid te delen. Gezegd werd dat de bijdrage aan het BBP uit die sector nu 6,8 procent is en dat binnen drie jaar dit moet stijgen naar 10 procent. In die periode moet het aantal buitenlandse bezoekers jaarlijks weer stijgen naar ongeveer een half miljoen. Een bericht over de bijeenkomst ging niet in detail in op de plannen, maar er staat wel in dat alles in de startblokken ter uitvoering is. Hopelijk gaat het niet slechts om hoogdravende ideeën over hoe de sector te ontwikkelen, maar is men ook genoeg stil blijven staan bij de ogenschijnlijk simpele dingen.

Hotels doen uit eigen belang al hun bijdrage om tenminste hun omgeving wat frisser te doen ogen. Bij Yogh Hotel is om de hoek het Valliantsplein verbeterd. Het is een lust om er te vertoeven. Bij Royal Breeze Hotel aan de Waterkant heeft de ondernemer afgerekend met wat onmogelijk leek: eindelijk een afvoer te vinden voor het stinkende groene water dat die hoek eigen was geworden. Straks opent het Radisson aan de Domineestraat haar deuren en die zal ook pogen de eigen omgeving sierlijk te houden. Echter, het rijkt maar zo ver.

De berichtgeving over ontwikkeling van de toeristensector zegt dat binnen drie jaar de doelen moeten worden gehaald. Er zou een breed draagvlak zijn. En binnen enkele maanden zouden de eerste resultaten te zien moeten zijn.

Hopelijk is een bijdrage aan een duurzaam schone binnenstad, met behulp van het bedrijfsleven ook opgenomen als één van de eerste resultaten. Een driejarig bewustzijnsprogramma zal zeker bijdragen aan de verandering van onze cultuur.

De buurtmanagers Blokland en Druiventak geven de aanzet. Als dit geen duurzame navolging zal genieten, kunnen de mooie toerismeplannen die zijn vervat in een rapport simpelweg in de afvoer langs de Heiligenweg worden gegooid.

roziegeur@gmail.com