Santokhi ziet nog geen aanleiding om Landvreugd thuis te zetten

President Chan Santokhi ziet vooralsnog geen reden om minister Delano Landvreugd van Binnenlandse Zaken (Biza) te ontlasten van zijn werkzaamheden. Landvreugd kwam enkele dagen geleden onsmakelijk in het nieuws met betrekking tot een stuk grond. Santokhi stelt dat hij formeel niet op de hoogte is van deze kwestie.
Hij is van mening dat indien er belangrijke zaken spelen, de president hier formeel van op de hoogte moet worden gesteld. Wat de president heeft gedaan, is met de minister in kwestie zelf spreken.
Ook heeft hij overleg gevoerd met de fractieleider van de VHP, Asis Gajadien, die eiste dat Landvreugd een pas op de plaats maakt, en met vicepresident en coalitiepartner Ronnie Brunswijk is hij over de zaak van gedachten gewisseld.
Tijdens de coalitietop is gesteld dat er geen gronden zijn om de bewindsman van zijn functie te ontheffen. In gesprek met enkele journalisten gaf de president aan dat hij heeft gevraagd naar de informatie waarover betrokkenen beschikken. Ondertussen heeft het staatshoofd alle documenten laten opvragen. Maandag komt de coalitietop opnieuw bijeen, waardoor het beeld dan duidelijker zal zijn.
Zonder een gedegen onderzoek is het voorbarig om nu uitspraken over de zaak te doen, stelt Santokhi. Er is veel controverse en verwarring ontstaan rondom de toewijzing van een stuk grond aan de Stichting Excellence Topsport Talentschool.
De kwestie draait ook om de rol van minister Landvreugd binnen de stichting. Hoewel de Biza-minister aangeeft geen leiding meer te hebben, bestaat er enige verwarring over zijn betrokkenheid, aangezien sommige bronnen, zoals de Kamer van Koophandel (KKF), melden dat hij nog steeds als bestuurder geregistreerd staat.
Daarnaast speelt de bestemming van het pand een rol. Het was oorspronkelijk bedoeld voor crisisopvang en doorgangshuizen, maar wordt nu door de stichting gebruikt. Dit roept vragen op, omdat het pand niet volgens de oorspronkelijke bestemming wordt ingezet, meldde Suriname suriname eerder.