Santokhi, pe a moni de? (3/slot): Commerciële banken onder druk

De scheidende regering van president Chandrikapersad Santokhi heeft de laatste maanden (geleend) geld over de balk gesmeten, zo blijkt uit de cijfers van het Bureau voor de Staatsschuld (SDMO). Ook blijken de totale schulden hoger te zijn dan gedacht. En er komen waarschijnlijk veel meer onaangename verrassingen aan, want nog niet alle cijfers zijn bekend(gemaakt). Maar waar al dat geld voor is gebruikt, is grotendeels onduidelijk. Dus dat roept de vraag op: Santokhi, pe a moni de?

Tekst Armand SnijdersADVERTISEMENT

Beeld dWT archief

De meeste commerciële banken waren in de nadagen van de vorige regering van president Desi Bouterse bijna te gronde gericht als gevolg van het kasreserveschandaal, dat door het toenmalige staatshoofd werd afgedaan als een ‘tralala’-verhaal. Honderden miljoenen aan valuta van spaarders waren doorgesluisd naar de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en gebruikt om uitgaven van de staat te dekken. Of om “aardappels en uien” te kopen, beweerde vicepresident Ashwin Adhin destijds op een wijkvergadering van zijn partij. Deze belachelijke opmerking achtervolgt hem tot op de dag van vandaag nog.

“De regering bleef trekken aan de Hakrinbank, waar de staat de belangrijkste aandeelhouder is en daarmee in feite bepaalt wat er gebeurt”

Onder meer dit kasreserveschandaal bracht het hele financiële systeem aan het wankelen en het vertrouwen in de banken was in één klap weggeslagen. Echter, dat vertrouwen kwam onder de regering van Santokhi enigszins terug. De kasreserves werden mede dankzij de lening van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) weer beetje bij beetje teruggestort en uiteindelijk konden bankrekeninghouders weer ‘gewoon’ beschikken over hun zuurverdiende geld.

Intern gerommel Hakrinbank

Maar helemaal zonder kleerscheuren kwamen niet alle financiële instellingen uit de geleverde strijd. Met name de Hakrinbank – de huisbank van de staat – had het ook in de daaropvolgende jaren zwaar te verduren. In 2023 kon deze bank vooral overleven dankzij een financiële injectie van SRD 218 miljoen van de staat, die heimelijk werd verschaft. Dus het gaat daar al jaren niet lekker, ook door intern gerommel.

Desondanks bleef de regering trekken aan de Hakrinbank, waar de staat de belangrijkste aandeelhouder is en daarmee in feite bepaalt wat er gebeurt. Zo was de bankdirectie als enige financiële instelling bereid om in het avontuur te springen van de royalty’s voor iedereen (RVI). Dat is het nog altijd omstreden project van Santokhi om iedere Surinamer 750 US dollar in het vooruitzicht te stellen uit de olie-inkomsten, die op zijn vroegst pas ná 2028 zullen komen. De Hakrinbank moet het geld vast voorschieten aan burgers die daar in aanmerking voor komen en die dat ook willen. Want dat geld heeft de overheid zelf niet.

Nieuwe IMF-lening

Echter, er bestaan grote twijfels of de bank dat geld (vele miljarden SRD’s) ooit terug zal krijgen. In dat geval zal de Hakrinbank niet kunnen overleven zonder externe financiering. Dit zal Suriname verplichten een nieuwe IMF-lening met aanverwant programma aan te gaan om deze bank opnieuw te redden van de ondergang. Én ter voorkoming van het instorten van het hele financiële systeem.

De vraag is waarom de CBvS als toezichthoudend orgaan niet heeft ingegrepen in de kwestie van de financiering van de RVI? Want hiermee wordt – in feite opzettelijk – de stabiliteit van het financiële bestel in gevaar gebracht. De governor van de CBvS en de minister van Financiën en Planning zijn hiervoor uiteindelijk hoofdelijk aansprakelijk.

Oorzaak wisselkoersstijging

Opgemerkt moet worden dat de recente wisselkoersstijging níet wordt veroorzaakt door onzekerheid in de economie en/of dat er geen vertrouwen is in de nieuw te vormen regering. Er is een enorme overliquiditeit in het Surinaams financiële systeem, ofwel simpel gezegd: er is veel te veel geld (SRD’s) in omloop. En dit is veroorzaakt door de spilzucht van de regering die teveel geld in de markt heeft gepompt.

Dit is ook duidelijk aan het licht gekomen doordat de commerciële banken de laatste maanden tot wel 75 procent meer SRD’s hebben aangeboden bij de wekelijkse veiling van termijndeposito’s (TD’s) dan de CBvS beschikbaar had gesteld. Dat de moederbank die volledig ook heeft toegewezen, duidt er op dat er dringende behoefte was om een flinke hoeveelheid SRD’s uit omloop te halen.

Tijdelijk lapmiddel

Bij de TD-veiling van 4 juni bijvoorbeeld gaf de CBvS aan dat ze SRD 1.600 miljoen uit de markt wilde halen. Echter, de handelsbanken hebben maar liefst SRD 2.798 miljoen geboden, wat dus het bewijs is van de overliquiditeit. Om te voorkomen dat al deze extra gecreëerde SRD’s worden omgezet in vreemde valuta, is de CBvS genoodzaakt deze TD-veilingen te houden.

Hiermee wordt volgens de experts de stijging van de wisselkoers ingeperkt, maar niet tegengehouden. Het is een tijdelijk lapmiddel, te vergelijken met …