Santokhi en Ali bespreken voortgang brug Corantijnrivier

door

Nurmohamed: “Geld is niet het probleem”

PARAMARIBO – President Chandrikapersad Santokhi en zijn Guyanese ambtgenoot Irfaan Ali zullen overleggen over de langverwachte brug over de Corantijnrivier. Ondanks dat de rivier zich volledig op Surinaams grondgebied bevindt, heeft Guyana toegezegd de helft van de kosten op zich te nemen. Het benodigde geld is reeds gereserveerd. Volgens minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken kan Suriname zijn aandeel van ongeveer USD 118 miljoen ophoesten, maar de financiering blijft een gevoelig punt gezien de hoge staatsschuld. De economie bevindt zich in een spanningsveld, waardoor het vinden van het juiste moment voor deze investering cruciaal is.

De Chinese China Road & Bridge Corporation heeft aangegeven bereid te zijn de brug voor te financieren. Dit zou echter betekenen dat Suriname het bedrag van USD 118 miljoen als uitgavepost op de begroting moet opnemen. Minister Nurmohamed legt uit dat de uiteindelijke beslissing over de financiering in handen ligt van het ministerie van Financiën en Planning. “We zouden in feite honderd bruggen kunnen bouwen, want we lossen jaarlijks tussen de USD 300 en 500 miljoen af als gevolg van de torenhoge schuld van USD 4 miljard. De bouw van deze brug kost slechts USD 236 miljoen. Wij betalen jaarlijks USD 300 miljoen aan rentelasten aan andere banken en landen. Deze brug kunnen we dus in één jaar bouwen”,  aldus Nurmohamed. “Het geld is er, dat is niet het probleem. Het probleem is het juiste moment bepalen om de investering in de economie te plaatsen.”

President Ali zal deelnemen aan de internationale businessconferentie en zal van de gelegenheid gebruikmaken om met president Santokhi de brugconstructie te bespreken. De vertraging in de uitvoering komt vooral vanuit de Surinaamse zijde. Beide presidenten naderen het einde van hun ambtstermijn en hebben eerder beloofd dat de brug nog tijdens hun regeringsperiode gerealiseerd zou worden. Toch lijkt het onwaarschijnlijk dat de bouwwerkzaamheden voor 25 mei van start gaan, de dag waarop Suriname naar de stembus gaat. Minister Nurmohamed stelt echter dat er nog vooruitgang geboekt kan worden in de voorbereidende fase. “Wij gaan het zeker organiseren, nog voor de verkiezingen. Dit is vanaf dag één zo afgesproken. We wachten het definitieve besluit af.”