Saamaka Marron Museum Pikin Slee: onbekend maakt onbemind

Mooi gebouw met veel informatie over Saamaka, diep in binnenland
In het dorp Pikin Slee in Brokopondo staat al jaren het Saamaka Marron Museum, de bron van informatie over de Saamaka-cultuur. Het is ontworpen in de vorm van een kalebas. “Een doel van de organisatie is om verhalen vast te leggen van vooral de ouderen van het dorp. Op deze manier kan de informatie bewaard blijven voor toekomstige generaties. Er worden gesprekken gevoerd met andere organisaties om hierin te ondersteunen”, zegt Basja Edje Doekoe. Bezoekers kunnen het verhaal ervaren van hoe mensen uit Afrika naar Suriname werden gehaald, tot slaaf gemaakt en hun ontwikkeling volgen met ’s en voorwerpen. Er is ook informatie over de vredesverdragen die met de Nederlandse koloniale machthebbers zijn gesloten en over de strijd die (nu nog) wordt gevoerd voor de erkenning van de grondenrechten.

Tekst en beeld Kevin Headley
Het terrein van het museum is bezaaid met kunstwerken en replica”s van de huizen van de Saramaccaners. Er is ook een winkel met kleine handgemaakte spullen en bezoekers kunnen er ook iets eten en drinken. Het museum doet niet onder voor andere musea in Paramaribo en is op een aantal vlakken, zoals de inrichting, zelfs een mooi voorbeeld.

‘Hun kennis hebben ze niet opgeschreven, maar hadden die in hun hoofd en hebben die ook verwerkt in hun kunst. Er moest een plek komen waar we dit alles konden bewaren, en dat werd het museum’
Basja Edje Doekoe
Toch zijn veel mensen in Suriname zich er niet van bewust dat er zo iets prachtig in het binnenland te vinden is en zoveel te bieden heeft. Het kost wat moeite om er te komen, maar het is zeker de moeite waard er te zijn.
“Veel buitenlandse toeristen bezoeken het museum, maar weinig Surinamers zelf,” zegt de directeur, Joney Doekoe. Transport naar het binnenland kost wat, en daarnaast moet men ook verblijf regelen.” Doekoe zegt dat ze zich ervan bewust is dat veel zaken duurder zijn geworden en dat mensen zich vooral richten op de eerste levensbehoeften.
Sinds na de coronapandemie komen minder bezoekers. Het museum heeft met reisorganisaties afspraken gemaakt om een bezoek onderdeel te maken van hun tours. Zo krijgen toeristen niet alleen het binnenland van Suriname te zien, maar ze kunnen ook iets leren over de mensen die er wonen. “Om het museum meer bekendheid te geven worden folders verspreid in dorpen en in Atjoni, de aanlegkade van waaruit veel boten vertrekken en bij de touroperators.”
Indrukwekkend
De extra inspanning is de moeite waard, want de hoeveelheid informatie die mensen zien, horen en lezen is indrukwekkend. “Veel mensen verwachten zo diep in het binnenland niet zo een mooi gebouw met zoveel informatie over de Saamaka,” zegt de directeur. Het museum is het resultaat van de inzet van Nederlandse makers zoals Corine Spoor en Ada Korbee en het kunstenaarscollectief van Pikinslee, Totomboti.
Dit laatste vond het belangrijk om de Saamaka-cultuur te onderzoeken, vast te leggen voor behoud en te presenteren aan zowel de Surinaamsen gemeenschap als de rest van de wereld. Directeur Doekoe verzorgt de rondleidingen en neemt de tijd om bijvoorbeeld bij elk voorwerp de geschiedenis, het gebruik en de betekenis voor de Saramaccaners uit te leggen. “Het museum bestaat inmiddels veertien jaar. Voor de kinderen van het dorp is het interessant om hun cultuur op deze manier te zien. Veel inwoners van het dorp zijn trots dat hun cultuur op zo een manier wordt erkend.“

De inrichting van het museum, de bron van informatie over de Saamaka-cultuur.Kennis van ouderen
Basja Edje Doekoe van het collectief zegt dat de groep het belangrijk vond om, los van het verhaal van de Saamaka-mensen, ook de kennis van de ouderen te verzamelen. “De Saamaka hebben een cultuur van mondelinge overlevering, waardoor veel verloren gaat bij het overlijden van ouderen. Vandaar dat het belangrijk was om hun kennis vast te leggen.

‘Het is jammer dat we tot nu toe geen president of ministers op bezoek hebben gehad in het muse-um, ondanks dat we ze vaak hebben uitgenodigd. Ook blijft steun van de overheid uit’
Joney Doekoe
“Ini ala den sortu sani dat den man libi den koni san den man komopo nanga den denki fu Afrika kon mit’ a katibo. Te lek’ den lolo g’we ini busi, fa den ma ben struggle, fa den ben feti nanga den wit man. (De mensen zijn met hun kennis uit Afrika gekomen en hier in slavernij beland. Ze zijn gevlucht naar het bos en hebben ook strijd geleverd tegen de kolonisator). Basja Doekoe vervolgt (vertaald): “Hun kennis hebben ze niet opgeschreven, maar hadden die in hun hoofd en hebben die ook verwerkt in hun kunst. Er …