RVI-PROGRAMMA: MOOI, MAAR TEVEEL RUIS EN TE WEINIG TRANSPARANTIE

Het lijkt wel een sprookje: elke Surinamer krijgt USD 750 als voorschot uit de olieopbrengsten en kan dit bedrag beleggen tegen 7 procent rente. Dat is de belofte van het spaar- en beleggingsprogramma ‘Royalties voor Iedereen’ (RVI) dat per 1 januari 2025 van start zou zijn gegaan. Maar zoals bij elk sprookje, blijft de vraag: Hoe realistisch is dit verhaal eigenlijk? De kern van het RVI-programma is dat elke Surinamer recht zou hebben op een bedrag van USD 750, belegd op een speciale rekening. Dit geld kan na verloop van tijd worden opgenomen, of verder worden belegd. Daarnaast krijgen burgers een betaalpas waarmee ze online en ook internationale betalingen kunnen verrichten. Volgens president Santokhi zal RVI ervoor zorgen dat de olie-inkomsten eerlijk worden verdeeld onder de bevolking. Klinkt goed, nietwaar? Maar er is een cruciaal probleem: Suriname heeft nog geen cent aan royalties uit de oliesector ontvangen. De eerste olieproductie wordt pas in 2028 verwacht. Waar komt het geld dan vandaan? Worden de RVI-rekeningen gevuld met geleend geld? Of blijft het een theoretisch tegoed, dat pas later echt beschikbaar wordt? Hierover laat de regering zich niet uit.
Wat opvalt, is het moment waarop de regering de RVI-regeling introduceert. Met nog maar een paar maanden tot de verkiezingen van mei 2025, lijkt het programma vooral een politiek strategische zet. De president belooft gouden bergen, zonder duidelijk uit te leggen, hoe die belofte wordt waargemaakt. Dit past in een patroon: tijdens verkiezingscampagnes in Suriname duiken vaker grootse plannen op, die na de stembusgang weer in de mist verdwijnen. Door nu te zeggen dat het programma al is gestart en dat de eerste betaalpassen in april aan kwetsbare burgers worden uitgereikt, lijkt de regering de indruk te willen wekken, dat de RVI-regeling al werkelijkheid is. Maar zolang de olie-inkomsten nog niet binnenkomen, blijft het een luchtkasteel. Een ander punt dat vragen oproept, is de manier waarop het geld wordt beheerd. Burgers krijgen niet direct toegang tot de USD 750, het bedrag wordt voor hen belegd tegen 7 procent rente. Dit roept nog meer vragen op. Wie beheert dat geld? Kunnen burgers zelf bepalen wat ermee gebeurt? Hoe transparant is het beleggingsproces?
De kans is groot dat het geld in staatsobligaties of andere financiële producten wordt omgezet waar de regering baat bij heeft. Dit zou betekenen dat de burger geen zeggenschap heeft over zijn eigen tegoed.
Bovendien blijft onduidelijk, of men alleen de rente uitgekeerd krijgt, of dat het volledige bedrag op een bepaald moment opeisbaar is. Naast de financiële onduidelijkheid, is er ook nog een praktisch probleem: de infrastructuur voor het RVI-programma. Het verstrekken van speciale betaalpassen en het opzetten van een systeem voor internationale transacties vergt tijd, expertise en vooral een betrouwbaar banksysteem. In een land waar de financiële sector nog worstelt met digitalisering en waar het internationale betalingsverkeer niet altijd soepel verloopt, klinkt het alsof de regering meer belooft, dan ze kan waarmaken.
Ook is niet duidelijk, of er wetgeving nodig is om dit systeem te formaliseren en hoe het toezicht op het fonds geregeld wordt of is. Wordt er een onafhankelijke instantie opgericht? Of ligt de controle volledig bij de overheid? Zonder helderheid hierover blijft RVI een vaag concept met grote risico’s.
De idee om de bevolking mee te laten profiteren van natuurlijke rijkdommen, is op zich niet verkeerd. Landen als Noorwegen hebben succesvolle staatsfondsen die olie-inkomsten omzetten in investeringen voor de toekomst. Maar het verschil is dat Noorwegen pas begon met verdelen, toen er daadwerkelijk inkomsten waren en er een gedegen financieel plan lag. Suriname lijkt de volgorde om te draaien: eerst de belofte, dan pas de inkomsten. Dit voedt de kritiek dat RVI vooral een verkiezingsstunt is, bedoeld om kiezers te lokken met een droombeeld. Het risico is dat dit vertrouwen ondermijnt en de bevolking na de verkiezingen met lege handen achterblijft.
Het RVI-programma klinkt als een mooi idee, maar mist een realistische basis. Zolang de olie-inkomsten nog niet binnen zijn, blijft onduidelijk waar de beloofde USD 750 per burger vandaan komt. De timing roept sterke vermoedens op van verkiezingspolitiek en misleiding, en de details over de uitvoering en beleggingen blijven vaag. Het Surinaamse volk verdient transparantie en realistische beleidsplannen, geen loze beloftes in verkiezingstijd, want als er iets is waar Surinamers genoeg van hebben, dan zijn het wel mooie woorden zonder daden. Foei toch, nog meer beloftes zonder nadere en geloofwaardige uitleg!
The post RVI-PROGRAMMA: MOOI, MAAR TEVEEL RUIS EN TE WEINIG TRANSPARANTIE ..