Rekenkamer slap in kwestie overuren op Binnenlandse Zaken

De Rekenkamer van Suriname kan zich een slap optreden aanrekenen in de kwestie van de overuren die uitbetaald zijn aan medewerkers van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Eerder kwam in het nieuws dat mensen meer dan het dubbele van hun salaris aan overuren ontvingen. Deze kwestie kreeg een politieke lading die uiteindelijk de kop kostte van voormalig minister Bronto Somohardjo.
De zaak heeft veel stof doen opwaaien, omdat werd gesteld dat medewerkers bewust hoge overuurvergoedingen kregen om daarvan een deel in de partijkas van de Pertjajah Luhur te storten. De voorzitter van de Rekenkamer had, bij het zien van de beschikkingen over de overuren, de president van de Republiek Suriname op de hoogte moeten stellen. Bestuurskundige en voormalig directeur van het Kabinet van de President, Eugene van der San, zei in Bakana Tori via LIM FM dat deze beschikkingen, met daarop de vermelding van de bedragen voor de overuren en andere beschikkingen, als eerste naar de Rekenkamer worden gestuurd.
Van der San gaf aan dat de stukken niet zomaar naar deze instantie worden gestuurd; er moet onderzocht worden naar de rechtmatigheid van de middelen, conform de Grondwet. De bestuurskundige stelt verder dat de Rekenkamer in staat is om binnen korte tijd vast te stellen of een beschikking rechtmatig is. Als dat het geval is, is er volgens hem geen aanleiding om de Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) in te schakelen. Bij onregelmatigheden is het duidelijk dat de beschikking niet rechtmatig is.
Van der San zegt niet te begrijpen dat de CLAD hiervoor een maand nodig heeft. Als men echt een onderzoek wilde instellen, zou dit binnen 48 uur gebeurd kunnen zijn door de beschikkingen onder een vergrootglas te plaatsen. Hij noemt het een ‘comedy’. Wat deze regering doet met de administratie in het land is volgens hem hoogst schandalig.
“Als het Hans Prade (red: oud-voorzitter van de Rekenkamer) was geweest, dan waren de zaken allang gepubliceerd,” stelde de oud-kabinetsdirecteur. Had de voorzitter van de Rekenkamer op eigen gezag vastgesteld dat er onregelmatigheden waren, dan kon op basis van de bevindingen van de leiding van de Rekenkamer worden vastgesteld of de minister wel of niet een scheve schaats had gereden.
Als de CLAD ook had vastgesteld dat er ernstige fouten waren gemaakt, had De Nationale Assemblee de minister in staat van beschuldiging kunnen stellen. Ook nu Somohardjo geen minister meer is, kan hij als gewezen minister in staat van beschuldiging worden gesteld. De president zou dan zelf bepalen wat het lot van de minister zal zijn.
De bestuurskundige verwacht echter niet dat het zover komt. Hij gaf aan dat na de benoeming van een nieuwe minister op Binnenlandse Zaken de zaak in de doofpot zal verdwijnen. Hij wees ook op de kwestie Pan American, die volgens hem veel ernstiger is, maar in de vergeethoek is beland. In de zaak-Somohardjo komt er volgens hem geen afgerond onderzoek. Daarom weet de ex-minister al dat er geen onregelmatigheden geconstateerd zullen worden. Van der San vindt het jammer dat wij niet in een geciviliseerde samenleving en rechtsstaat wonen.