RECHTVAARDIGE PENSIOENEN

Suriname zit op een tikkende tijdbom. Op de valreep heeft de regering Bouterse I, de zogenaamde ‘sociale wetten’ geïntroduceerd, die eenieder van pensioen en van een zorgverzekering zouden moeten voorzien. Niet de eerste en niet de laatste poging om de weg van de verzorgingsstaat in te slaan. Een last op de schouders van de werkgever en een drempel voor het aannemen van een werknemer. Die regeldruk is door de tijden heen verzwaard met het doodgooien van de pensioenfondsen met een peperduur toezichtbeleid waar accountants en actuarissen voor nodig zijn. En met een minimumloon dat als strop om de keel van ondernemers in verschillende sectoren, iedere zuurstof wegneemt.
Wat kwalijker is, is dat geen van deze maatregelen de rechtvaardigheid en de waardevastheid van het pensioen waarborgen. De nummer één factor in een termijn van een decennia is namelijk inflatie, ontwaarding van het geld.
De grootste pensioenplicht rust op het Algemeen Pensioenfonds Suriname. Een instituut dat in de regeertermijn Santokhi, niet één jaarverslag heeft opgeleverd.
Het Platform voor Waardevaste Pensioenen heeft publiekelijk opgeroepen tot een simpele oplossing: een wettelijke vastlegging van indexatie van pensioenen. Zo stijgt het pensioen automatisch mee met de inflatie en leven wij nog allemaal lang en gelukkig. Maar wetgeving is geen toverstaf en noch het bedrijfsleven, noch de overheid is in staat om met zekerheid rekenkundig te onderbouwen, of men in staat is iets dergelijks uit te voeren of niet.
De maatschappelijke verwachting is namelijk alom, dat defined benefit, een grotendeels door de werkgever gefinancierd pensioen, iets is wat Surinaamser is en nader tot het sociaal hart staat. Als defined benefit het stelsel van preferentie zou worden, is het maar zeer de vraag of deelnemers en gepensioneerden even enthousiast zouden zijn over indexering. Als namelijk de bijdrage van zowel werknemer als werkgever verplicht omhoog zou gaan bij het afdragen van middelen voor pensioen, en werknemers in actieve dienst plotseling een groter en groter wordend gedeelte van hun salaris zagen verdwijnen in het collectieve pensioenfonds, zou het een ander verhaal worden.
Wij kunnen het erover eens zijn dat hardwerkende Surinamers niet zomaar aan de bedelstaf moeten raken. Maar de pensioengerechtigde leeftijd in Suriname is blijven steken op een bepaald punt, terwijl de levensverwachting en levensstijl veranderd zijn. Een zestigjarige moet in de meeste ontwikkelde economieën nog zeven tot negen jaren aan arbeid bijdragen en pensioenstortingen verrichten, voordat uitkeringen genoten worden. Deelnemers dragen gemiddeld veel minder en in een aantal gevallen, niet bij aan de kosten van pensioenuitkeringen.
Waardevastheid is dus niet de enige basis van rechtvaardigheid in de pensioendiscussie. Een aantal directe maatregelen kan tot verbetering leiden. Een verschuiving van de rapportage- en toezichtverplichtingen aan de hand van kleine fondsen, middelgrote fondsen en grote fondsen, moet leiden tot een aanvaardbaarder kostenplaatje. Het aanbod vanuit pensioenverzekeraars moet onderwerp zijn van collectieve onderhandelingen per branche. De discussie over indexering is niet zwart-wit: er zijn mogelijkheden om een gedeelte waardevast te maken, een gedeelte in valuta uit te drukken, een gedeelte bij een externe pensioenverzekeraar of zelfs een buitenlandse pensioenverzekeraar onder te brengen. Echter, er zijn onkosten en die zullen verdeeld moeten worden. Als het de wens is van zowel werknemers als deelnemers, dat het een en ander ruimer moet, dan kan dat, maar het betekent dat het besteedbaar inkomen vandaag afneemt. Rechtvaardigheid werkt twee kanten op. Maar het is tijd om de pensioendiscussie op te pakken, voordat de tijdbom afgaat.
The post RECHTVAARDIGE PENSIOENEN ..