Rechter stelt Wan Okasi in het gelijk; geen verplichte hulp stembusmedewerker voor hulpbehoevenden

door Valerie Fris

PARAMARIBO — Artikel 27 uit het Kiesbesluit pleegt inbreuk op de rechten van de mens met een beperking. Zo vonniste rechter Deborah Haakmat-Sniphout dinsdag (vandaag). Milton Castelen, advocaat van stichting Wan Okasi, deelt de Ware Tijd desgevraagd mee dat de rechter het artikel heeft opgeheven, waardoor de voorziening van de stembusmedewerker niet meer kan worden uitgevoerd tijdens de verkiezingen zondag.ADVERTISEMENT

Stichting Wan Okasi en haar voorzitter Aniel Koendjbiharie hadden een rechtszaak aangespannen tegen de staat waarbij er werd aangegeven dat er geen sprake meer zou zijn van een geheime stemming als artikel 27 zou worden toegepast. Dat artikel stelt dat de mens met een beperking met een vertrouwenspersoon én een vertegenwoordiger van het stembureau zijn stem moet uitbrengen. De vertegenwoordiger zou dan het gewenste hokje op het stembiljet van de persoon met een beperking moeten inkleuren.ADVERTISEMENT

“Het ging er bij Biza vooral om dat het Kiesbesluit moest worden uitgevoerd”Aniel Koendjbiharie

In het vonnis is opgenomen dat partijen drie maanden na de verkiezingen bij elkaar moeten komen. Ze zullen samen tot een besluit moeten komen hoe de mens met een beperking bij een volgende verkiezing op een onafhankelijk manier kan gaan stemmen.

Comparitie vruchteloos

Vrijdag was er comparitie, waarbij Haakmat-Sniphout aan beide partijen had gevraagd om bij elkaar te komen en tot een schikking te komen. Zowel zaterdag als maandag zijn de eiser en gedaagde met elkaar in gesprek geweest. “We zijn uit elkaar gegaan zonder dat er een schikking was voorbereid. Wat hun standpunt is, hebben wij niet geaccepteerd”, verklaart Castelen. “Het ging er bij Biza vooral om dat het Kiesbesluit moest worden uitgevoerd. Biza stelde zich op het standpunt dat het besluit niet kan worden teruggedraaid, omdat het dan voor chaos zou kunnen zorgen”, voegt Koendjbiharie toe.

Onderminister Maurits Hassankhan van Binnenlandse Zaken gaf ook aan dat de regeling sinds 2020 is ingevoerd, maar dat men er gewoon niet van op de hoogte was. Koendjbiharie bevestigt tegenover de krant dat hij het inderdaad niet wist, maar werpt op dat de regeling toen ook niet is uitgevoerd “anders was daar ruchtbaarheid aangegeven”.