Rechter legt 8 jaar op voor doden van oom met houten balk

In de strafzaak tegen de verdachte R.M. heeft het Openbaar Ministerie (OM) een gevangenisstraf van tien jaar geëist voor doodslag op zijn oom, A.M. Het incident vond plaats op 25 mei 2025 in een goudwinningskamp in het gebied Grankreek, district Brokopondo. Volgens het onderzoek ontstond er een woordenwisseling tussen beide mannen over het zelfstandig winnen van goud.
De situatie escaleerde, waarna de verdachte het kamp verliet en korte tijd later terugkeerde met een houten balk. Hij sloeg zijn oom, die op dat moment in hurkhouding bij een goudput zat, met kracht tegen het hoofd.
Het slachtoffer viel direct in het water en overleed ter plaatse. Een obductie wees uit dat de man is overleden aan herseninklemming en ernstig hersenletsel als gevolg van stomp geweld.
De officier van justitie wees tijdens het requisitoir nadrukkelijk af dat er sprake zou zijn van noodweer, zoals door de verdachte werd aangevoerd. “Uit zijn eigen verklaringen blijkt dat hij niet in een noodweersituatie verkeerde. Hij had de mogelijkheid zich terug te trekken, maar koos ervoor om gewapend terug te keren en de fatale slag toe te brengen. Dit handelen is doelgericht en aan hem toe te rekenen,” aldus de officier.
De eis van het OM werd onderbouwd met diverse bewijselementen, waaronder:
– de bekennende verklaringen van de verdachte,
– getuigenverklaringen,
– forensisch onderzoek op de plaats delict,
– en het obductierapport.
Daarnaast vorderde het OM dat de in beslag genomen houten balken worden onttrokken aan het verkeer. De rechter deed op dinsdag 5 augustus 2025 uitspraak in deze zaak. R.M., die als first offender werd aangemerkt, werd veroordeeld tot acht jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf – twee jaar lager dan de eis van het OM. De rechter hield bij zijn oordeel rekening met het blanco strafblad van de verdachte.