Rebelse actie Surinaamse studenten legde in 1967 basis voor eerherstel Anton de Kom

‘Je moest durf hebben in die tijd’
Mede dankzij de inspanningen van de Surinaamse Studenten Unie (SSU) in Leiden, Nederland in 1967 kreeg Anton de Kom de erkenning die hij verdiende. In 2020 werd hij zelfs opgenomen in de Canon van Nederland als vrijheidsstrijder en die omkwam in een Duits concentratiekamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. De hernieuwde aandacht voor De Kom, zowel in Suriname als in Nederland, kan niet los worden gezien van de inzet van de SSU.

Tekst en beeld Kevin Headley
“We hadden niet verwacht dat het overtypen en verspreiden van het boek ‘Wij Slaven van Suriname’ in stencil zou leiden tot onder meer de hernieuwde aandacht voor Anton de Kom.” Dit zegt Paul Day (83), medeoprichter van de Surinaamse Studenten Unie (SSU) in Leiden, Nederland. De groep heeft door het verspreiden van het werk van De Kom onder meer de basis gelegd voor zijn eerherstel. Volgens Day waren de studenten super enthousiast toen ze in 1967 het boek onder ogen kregen.
“Als jonge student wil je dat de hele wereld meegaat met je ideologie, met je politieke strijd. Wij dachten: dit boek moeten we verspreiden zodat alle Surinamers weten wat Anton de Kom heeft geschreven. In de geschiedenislessen hadden we geleerd dat hij een oproerkraaier was, een communist en dat hij uit Suriname was gezet. We hadden helemaal niet het idee dat we met iets groots bezig waren.” Achteraf gezien is Day blij dat de SSU het werk van De Kom toen heeft verspreid.

“We zeiden onder andere dat de multinationals uit Suriname moesten worden gegooid omdat zij het land uitbuitten. De regering moest zorgen dat er meer winst voor ons land was.”

Mede dankzij de inspanningen van de SSU kreeg Anton de Kom de erkenning die hij verdiende. In 2020 werd hij zelfs opgenomen in de Canon van Nederland als vrijheidsstrijder en verzetsheld, die uiteindelijk omkwam in een Duits concentratiekamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. De hernieuwde aandacht voor De Kom, zowel in Suriname als in Nederland, mag niet los worden gezien van de inzet van de SSU.
Dit jaar nog was in de expo ‘Strijden ga ik – Anton de Kom en de Surinaamse Studenten Unie’ te zien in het Leidse Museum De Lakenhal, waar het voor velen nog onbekende verhaal van de roofdruk die de leden van de SSU destijds van De Kom’s werk maakten, werd verteld. Hun acties waren vooral gericht op het zichtbaar en bespreekbaar maken van de gevolgen van het Nederlands kolonialisme in Suriname.
De tentoonstelling werd georganiseerd door het Museum De Lakenhal en de Universitaire Bibliotheken Leiden en kwam tot stand mede dankzij het onderzoek van schrijver Henna Goudzand-Nahar naar de SSU en de ‘roofdrukken’. Day heeft frequent in het Nationaal Archief Suriname een lezing gehouden over de SSU en de herontdekking van Anton de Kom.
Meerdere keren uitgegeven
Day studeerde scheikunde in Leiden en was in de bibliotheek van de universiteit bezig met een anorganisch practicum, waarbij hij theorie moest opzoeken. Medestudent en lid van de SSU Rubia Zschüschen was ook in de bibliotheek bezig. Zij studeerde aan de pedagogische academie in Den Haag. Toen ze zocht naar materiaal voor haar studie stuitte ze op een boek van een Surinaamse schrijver.
“Ze zag ‘Anton de Kom, Wij Slaven van Suriname’ en zei dat ze zich niet kon herinneren of ze het boek ooit had gelezen. Ze opende het, las de eerste bladzijde en was direct ingenomen. Ze kwam naar mij toe en we bladerden samen door het boek. We besloten het te lenen en aan de andere studenten van de vereniging te laten zien.”
Niet lang daarna was er een vergadering waar het boek werd gepresenteerd aan de leden. “Er werd aangegeven dat in het boek stond wat wij als studenten wilden voor Suriname, veel beter dan wij zelf ooit hadden kunnen verwoorden. Maar ook wat er in de wereld moest veranderen, want De Kom had het in zijn werk niet alleen over Suriname. Een student stelde voor om delen van het boek in ons studentenblad ‘Opo kondre man’ uit te brengen. Iemand anders zei dat het te lang kon duren voordat we alles hadden gepubliceerd. Een ander lid stelde voor om het boek opnieuw uit te geven in stencilvorm.”
Het boek werd uit elkaar gehaald, bladzijde voor bladzijde overgetypt en met een stencilmachine vermenigvuldigd. De eerste oplage bestond uit ruim vierhonderdvijftig exemplaren die werden uitgedeeld aan leden van de SSU en andere Surinaamse studentenverenigingen in Delft, Groningen en Amsterdam. Zij kregen gratis een aantal exemplaren en mochten, na verkoop, de opbrengst houden voor eigen verenigingsdoelen.
“We stuurden ook exemplaren naar Suriname. Zo werd het boek verspreid. De interesse was zo groot dat er snel een tweede druk moest komen met meer …