Suriname staat vandaag de dag, meer dan ooit, midden in het geopolitieke krachtenveld. In mijn eerdere artikel kaartte ik de noodzaak aan om als land strategisch en met het nationale belang voorop keuzes te maken tussen invloedrijke buitenlandse spelers. De reactie van Gasieta Naushaad op mijn stuk heeft het debat verrijkt en toont vooral aan hoe hard nuance én kritisch realisme nodig zijn in deze discussie.De neuropsycholoog Naushaad stelt terecht dat het geopolitieke speelveld méér is dan een simpele keuze tussen China en de Verenigde Staten. Hij wijst er fijntjes op dat ons beleid en onze economische bewegingsvrijheid óók sterk worden beïnvloed door instellingen als het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). Suriname heeft in de praktijk regelmatig moeten aankloppen bij het IMF en de IDB, met alle eisen en voorwaarden die daarbij horen. Dat betekent dat internationale belangen onze beleidsruimte niet alleen via diplomatieke machtspolitiek, maar ook via budgettaire spelregels begrenzen. Dit is een terecht punt in zijn analyse: wie denkt dat Suriname zich kan loszingen van buitenlandse invloed, kijkt weg van de financiële werkelijkheid.Toch is diezelfde financiële werkelijkheid niet alleen een beperkende factor. Het werken met instellingen als het IMF en de IDB biedt Suriname óók kansen: toegang tot financiering, expertise en internationale netwerken. Maar de prijs is transparantie en hervormingen waar niet iedereen enthousiast over is. Naushaad vraagt daarmee aandacht voor de complexiteit van externe sturing.De kern van zijn reactie raakt echter een dieper vraagstuk dat ik graag agendeer. Vanuit zijn perspectief wijst hij de mogelijke komst van een Amerikaans DEA-contingent (anti-drugs team) als een vorm van Amerikaans kolonialisme van de hand. Ik begrijp die zorg, want buitenlandse agenten op Surinaams grondgebied is een gevoelige kwestie, zeker gezien onze geschiedenis en de waardigheid van de Surinaamse staat. Toch zie ik een andere strategische kant aan dit verhaal. In de wereld van vandaag, waarin landen hun waarde deels afmeten aan internationale samenwerking en het bestrijden van grensoverschrijdende criminaliteit, is het soms diplomatiek nodig om de deur open te houden voor partnerschap – ook met krachtige landen als de VS. Door gecontroleerd samen te werken met instanties als de DEA, kan Suriname laten zien dat het zijn verantwoordelijkheid neemt op het wereldtoneel zonder onze soevereiniteit prijs te geven.Bovendien moeten we oppassen voor selectieve verontwaardiging. De neuropsycholoog, met zijn kritische blik op Amerikaanse invloed, lijkt weinig aandacht te besteden aan de groeiende aanwezigheid van China in Suriname, ook op het gebied van digitale infrastructuur en veiligheid. Wie zich zorgen maakt over een DEA-team mag ook niet stilzwijgend voorbijgaan aan het feit dat het overgrote deel van de veiligheidscamera’s en digitale netwerken in Suriname werd aangelegd door Chinese bedrijven (Safe City). Vanuit Beijing is technische controle – of in ieder geval toegang tot data – mogelijk. Wie garandeert ons dat hier geen ongewenste meekijkers zijn? Ook dat vraagt om een kritische, constructieve houding.Interessant is ook zijn verwijzing naar Amerikaanse diplomatieke druk, met name de recente, scherpe uitlatingen van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Marco Rubio. Zulke publieke waarschuwingen zijn politieke signalen met impact. Ze maken duidelijk dat Suriname niet onopgemerkt blijft in Washington en dat elke geopolitieke zet binnen en buiten onze grenzen nauwlettend wordt gevolgd. Hier ligt voor Suriname een dubbele uitdaging: niet meebuigen met elke buitenlandse druk, maar wél diplomatiek kunnen schakelen. De woorden van Rubio onderstrepen hoe belangrijk het is om goed voorbereid te zijn, stevige dossiers te hebben en nuchter te blijven onder druk – of die nu van de VS, China of multilaterale banken komt.Laat dit dan ook de rode draad zijn in het antwoord op de bijdrage van de neuropsycholoog: Suriname kan zich geen naïviteit meer permitteren, noch als het gaat om Amerikaanse, noch om Chinese of multilaterale invloed. We moeten eigenstandig toetsen wat werkelijk het beste is voor onze economie, onze veiligheid én onze democratie. Dat vereist openheid, stevige debatcultuur en pragmatisch handelen, zonder te vervallen in simplistisch wantrouwen of kritiekloze samenwerking.Tot slot pleit ik voor realisme en nuance. In het geopolitiek schaakspel is Suriname geen pion, maar moet het leren denken als een strategische speler: met heldere besluiten, scherpe belangenafwegingen, en altijd met lef om eigen keuzes te maken. Alleen zo behouden we onze soevereiniteit te midden van het spel van grootmachten.Laten we het debat voeren met een open vizier – en met vertrouwen in onze eigen kracht.Colvin Overdiep
- Santokhi vraagt Adhin belangrijke wetten te bekijken en te …..
- Karin Refos: “De norm is nu gesteld – vrouwen kunnen het ho…..
- Rechter: OW moet aanbestedingsbesluit project Van ’t Hogerh…..
- Column: Kabinetsformatie: Competentie of beloningssysteem?..
- Twee pogingen om ongeschikte landmeters beëdigd te krijgen;…..
- Mogelijk vals diploma en stageverklaring bij dossier-Ramsuk…..
- Somohardjo kiest parlement boven ministerie – strafrechteli…..
- Slechts drie vrouwen in het nieuwe kabinet!..
- Santokhi overlegt met Geerlings-Simons en Adhin over machts…..
- Volksgezondheid bundelt krachten..
- Santokhi’s toespraak, wanvertoning hypocrisie en zelfverhee…..
- CHS verwacht volgende week officieel verzoek van DNA voor i…..
- Deng Boy F’a Birti na acht jaar weer naar Suriname..
- Is ChatGPT de nieuwe Google? We doken in de cijfers...
- President Santokhi en president-elect Simons overleggen ove…..
- Amoksi: bond BBS overschrijdt haar bevoegdheid..
- President Santokhi en assembleevoorzitter Adhin overleggen …..
- Reyme spreekt vertrouwen uit in regering-Simons..
- President Santokhi eert vertrekkend regeerteam met ereonder…..
- Parlementaire Commissie oriënteert zich op locatie inaugura…..
- Regering bereidt transparante machtsoverdracht voor..