Rampzalige vrijstelling van dienst voor verkiezingskandidaten

INGEZONDEN

Het recente besluit van de regering van Suriname om overheidsmedewerkers en gelijkgestelden die zich kandidaat stellen voor de verkiezingen van 25 mei 2025 vrij te stellen van dienst met behoud van salaris, is een schrijnend voorbeeld van bestuurlijke onkunde, gebrek aan visie en een gevaarlijk precedent voor het openbaar bestuur. Dit besluit, ondertekend door minister Delano Landvreugd van Binnenlandse Zaken, is niet gebaseerd op een wettelijke grondslag, maar op een misplaatst gebruik dat al decennialang voortduurt. ADVERTISEMENT

De gevolgen ervan zijn desastreus voor essentiële sectoren zoals onderwijs en openbare dienstverlening, en het is niets minder dan een verspilling van belastinggeld. Het ontbreken van een onderbouwde visie en de ondoordachte uitvoering van deze maatregel tonen aan dat de regering prioriteit geeft aan politieke belangen boven het algemeen welzijn. Een kritische analyse van dit besluit maakt pijnlijk duidelijk dat het niet alleen een symptoom is van wanbestuur, maar ook van een diepgeworteld probleem binnen het politieke systeem van Suriname.

“Minister Henry Ori heeft reeds aangegeven dat het onderwijs deze maatregel niet kan dragen”

Geen wet, geen rechtvaardiging

Een van de meest zorgwekkende aspecten van dit besluit is het feit dat het geen juridische basis heeft. In een rechtsstaat moeten beslissingen worden genomen op basis van wet- en regelgeving, niet op basis van traditie of politieke gewoonten. Het feit dat deze regeling “al decennia wordt toegepast” is geen argument om haar te handhaven. Een praktijk die fout is, wordt niet rechtmatig door herhaling.

Het is onbegrijpelijk dat de overheid, die van burgers verwacht dat ze zich aan wetten en regels houden, zelf een besluit neemt zonder wettelijke grondslag. Dit roept ernstige vragen op over de bestuurlijke integriteit en rechtsstatelijkheid van het huidige beleid. Bovendien schept dit een gevaarlijk precedent: als de regering zonder wettelijke basis ambtenaren kan vrijstellen van hun werk tegen volledige betaling, welke andere willekeurige besluiten kan zij dan nog nemen?

Dit besluit druist in tegen elk principe van goed bestuur. Het gebrek aan wettelijke grondslag betekent dat er geen enkele vorm van controle of aansprakelijkheid is. Wat is het juridische mechanisme om deze vrijstelling te toetsen? Wie controleert of de regeling niet wordt misbruikt? Het antwoord is zorgwekkend simpel: niemand.

Ontwrichting essentiële sectoren

Het vrijstellen van duizenden ambtenaren gedurende twee maanden heeft verstrekkende gevolgen, met name voor het onderwijs en de parastatale sector. Volgens de cijfers gaat het om maximaal 663 kandidaten voor De Nationale Assemblee, exclusief hun plaatsvervangers, en nog eens honderden voor de districts- en ressortsraden. Dit betekent dat potentieel duizenden ambtenaren met verlof gaan, terwijl hun werk stil komt te liggen.

Minister Henry Ori heeft reeds aangegeven dat het onderwijs deze maatregel niet kan dragen. Leerkrachten worden opgeroepen om toch les te geven, omdat anders leerlingen de dupe worden. Dit onderstreept de chaos die dit besluit veroorzaakt. Het is een illustratie van hoe een politiek besluit zonder inhoudelijke analyse leidt tot maatschappelijke schade.

Maar niet alleen het onderwijs wordt getroffen. Overheidsdiensten die afhankelijk zijn van een constante aanwezigheid van medewerkers, zoals de gezondheidszorg, nutsbedrijven en administratieve instellingen, zullen kampen met onderbezetting en vertragingen. Dit leidt tot een afname in dienstverlening, langere wachttijden en een algehele verslechtering van de publieke sector.

Deze ontwrichting is het directe gevolg van het ontbreken van een visie. Een deskundige regering zou eerst een impactanalyse uitvoeren en maatregelen treffen om negatieve gevolgen te minimaliseren. Het feit dat dit niet is gebeurd, toont de roekeloosheid en het gebrek aan professionaliteit van het besluitvormingsproces.

Financiële verspilling

De overheid verkeert al jaren in een precaire financiële situatie. Er wordt voortdurend gesproken over begrotingsdiscipline en bezuinigingen, maar ondertussen wordt er moeiteloos een regeling geaccepteerd waarbij duizenden ambtenaren tegen betaling twee maanden thuiszitten of campagne voeren. Dit is een frontale aanval op de principes van een gezonde economie en verantwoord overheidsbeheer.

De totale kosten van deze maatregel zijn moeilijk exact te berekenen, maar het gaat gegarandeerd om miljoenen SRD’s. Dit geld wordt onttrokken aan de schatkist zonder enige vorm van productiviteit of tegenprestatie. Het is ronduit absurd dat een regering die spreekt over de noodzaak van economische groei en stabiliteit, tegelijkertijd een regeling in stand houdt die letterlijk betaald verlof biedt aan politieke kandidaten.

Bovendien heeft deze maatregel een perverse uitwerking op het politieke landschap. Door ambtenaren volledige doorbetaling te geven tijdens de campagneperiode, krijgen politieke partijen die sterk leunen op overheidskandidaten een oneerlijk voordeel. Dit versterkt de al bestaande problemen van vriendjespolitiek en machtsmisbruik binnen de Surinaamse politiek.

Hoe het wél moet

Een deskundig en verantwoordelijk bestuur zou nooit zo’n regeling invoeren zonder een doordachte aanpak. Er zijn verschillende manieren om kandidaten de mogelijkheid te bieden om campagne te voeren zonder de samenleving te ontwrichten of de staatskas te plunderen.