Ramadhin: “Zorgprojecten geen verkiezingsstunt”

door

Het nieuwe gebouw van het ministerie van Volksgezondheid wordt op 14 april officieel in gebruik genomen. Dat zegt minister Amar Ramadhin, die de opening bestempelt als een belangrijke mijlpaal voor de overheid. Na jaren van voorbereiding heeft het ministerie eindelijk een eigen onderkomen weten te realiseren.
Voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM) sprak Ramadhin zijn trots uit over het gebouw, dat hij omschreef als “het mooiste van Suriname”. De verhuizing vanaf de huidige locatie aan de Henck Arronstraat zal stapsgewijs plaatsvinden.
De bouw van het nieuwe ministerie begon met de eerste steenlegging in oktober 2023. Hoewel de oplevering aanvankelijk binnen vijftien maanden gepland stond, werd het gebouw na achttien maanden voltooid. De realisatie kende meerdere uitdagingen, maar is nu afgerond.
Zorgsector in bewegingNaast de huisvesting van het ministerie gaf de bewindsman ook een update over lopende projecten binnen de zorgsector. Zo zal het Radiotherapeutisch Centrum binnenkort beschikken over nieuwe versnellers. Meerdere afdelingen binnen de sector zullen nog vóór en ná de komende verkiezingen worden opgeleverd.
Volgens Ramadhin zal de directeur van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) op korte termijn een overzichtelijke tijdlijn aanleveren van de voortgang van deze projecten. “Transparantie en continuïteit zijn essentieel,” aldus de minister.
Structurele aanpak zorgproblemenDe bewindsman benadrukte dat de problemen binnen de zorg alleen kunnen worden aangepakt door gerichte investeringen en goed beleid. Diverse klinieken staan op de planning voor renovatie en ook het nieuwe project van het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) zal binnenkort van start gaan.
De volksgezondheidstopman wees geruchten van de hand dat de recente zorginitiatieven verband houden met de naderende verkiezingen. “Deze projecten zijn niet politiek gemotiveerd, maar gericht op het duurzaam versterken van de gezondheidszorg,” stelde hij. De voortgang van de projecten blijft afhankelijk van de ingediende aanvragen en de beschikbaarheid van de benodigde middelen.