Ramadhin en Bhikharie garanderen veiligheid voedselhulp India

door

Tekst en beeld Edwien Bodjie

PARAMARIBO — “De keuring van voedingsmiddelen, of ze nu lokaal worden geproduceerd, geïmporteerd of geschonken, is de verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid. Met trots en volle zekerheid kan ik u garanderen dat deze producten geschikt zijn voor consumptie. Twijfels mogen, maar die moeten ook gegrond zijn.” Dat zei minister Amar Ramadhin in de Congreshal, waar de ceremoniële distributie van voedselpakketten uit India begon.

Reagerend op de twijfels in de samenleving over de veiligheid van de producten, verzekerde hij maandagmiddag dat vanaf het begin zijn ministerie erop toeziet dat alle wettelijke procedures worden nageleefd. In het kader van het integrale welzijnsprogramma en de Food Assistance Grant from India heeft het Aziatische land een eerste zending van 21 containers met voedselhulp naar Suriname gestuurd. Deze is op 25 januari in de Jules Sedney Nieuwe Haven aangekomen. De resterende 76 containers worden in de komende maanden verwacht.

“Er is geen enkele afwijking geweest in de controles op de producten uit India”Julio Bhikharie

Twijfels

Levensmiddelentechnoloog Ricky Stutgard uitte in een radioprogramma scherpe kritiek op de voedingsmiddelen uit India. Hij pleitte voor een andere aanpak en betwijfelt of Suriname de veiligheid van de producten kan garanderen. “Waarom kunnen we geen voedselpakketten samenstellen met onze eigen Surinaamse producten?” vroeg hij retorisch. Hiermee zal de regering volgens hem gelijk lokaal ondernemerschap bevorderen.

Het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) is de wettelijke instantie voor voedselcontrole in Suriname. Stutgard beweert dat de producten uit India niet door het BOG zijn getest. Echter, dat wordt tegengesproken door Julio Bhikharie, die leidinggeeft aan het managementteam. “Alle producten zijn door het BOG getest. De standaardprocedures zijn gevolgd, net zoals bij alle andere geïmporteerde levensmiddelen gebeurt. Er is geen enkele afwijking geweest in de controles op de producten uit India”, verzekert hij.

Wereldhonger Index

Stutgard wees ook op een gebrek aan transparantie. “Sinds 2012 zijn er geen rapporten meer uitgegeven over doodsoorzaken in ons land. Als mensen ziek worden of overlijden door voedselconsumptie, hebben we geen gegevens om de oorzaak te achterhalen.”

Daarnaast benadrukte hij de voedselproblematiek in India zelf: 224 miljoen Indiërs lijden honger, 13,7 procent van de bevolking is ondervoed en 35,5 procent van de kinderen onder vijf jaar heeft een groeiachterstand door chronische ondervoeding.

Op de Wereldhongerindex staat Suriname op plaats 51, terwijl India zestig plaatsen lager staat op 111. Volgens Stutgard staat Suriname er op het gebied van voedsel dus beter voor dan India. Hij sprak zijn wantrouwen uit over dit voedselprogramma en noemde het “geen zuivere koffie”.

Voortraject

Acht maanden geleden stelde president Chandrikapersad Santokhi het managementteam samen voor de effectieve uitvoering van het integrale sociaal programma, ter ondersteuning van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo). Dat team richt zich op sociale bijstand, koopkrachtversterking en het voedselprogramma.

De voedselhulp uit India maakt deel uit van een traject dat anderhalf jaar geleden is ingezet. Volgens de regering zijn er mensen die dringend behoefte hebben aan voedselhulp. Om die reden is er een beroep gedaan op India. De Surinaamse regering kiest bewust voor voedingsmiddelen om voedselzekerheid te garanderen.

Verschillende ministeries, waaronder Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, Volksgezondheid en Landbouw, Veeteelt en Visserij, zien erop toe dat de producten voldoen aan alle Surinaamse standaarden. Elk voedselpakket heeft 28 producten, waaronder erwten, bruine bonen, suiker, zout, kookolie, quaker oats, ontbijtgranen en poedermelk.

Om ervoor te zorgen dat de pakketten de juiste mensen bereiken, worden ze eerst verstrekt aan de ongeveer 7.500 mensen die geregistreerd staan bij Sozavo en die een aanvraag voor koopkrachtversterking hebben ingediend, maar het geld nog niet hebben ontvangen. Daarnaast komen sociale instellingen in aanmerking. Het ministerie zal een helpdesk opzetten waar burgers zich kunnen registreren voor een pakket.