President Santokhi respecteert besluit weduwe Bouterse

Het telefonische gesprek tussen president Chan Santokhi en Ingrid-Bouterse Waldring heeft niet meer plaatsgevonden. De weduwe van Bouterse stelt het gebaar niet op prijs en dat respecteert hij, zegt het staatshoofd. Hij benadrukt dat hij een ordelijke situatie wil en zich niet stoort aan allerlei ruis, met name uit Nederland. Santokhi geeft de Nederlandse media mee dat als ze menen goede informatie te bezitten, ze die moeten deponeren bij de procureur-generaal. Het gesprek met Ingrid Bouterse is in het weekend aangekondigd tijdens een persconferentie over de uitvaart van haar echtgenoot Desi Bouterse. Hij is op 23 of 24 december overleden terwijl hij voortvluchtig was sinds december vorig jaar, nadat hij gevonnist was tot 20 jaar gevangenisstraf voor zijn aandeel in de marteling en moord van 15 mannen op 8 december 1982. Bouterse is twee keer president geweest. Op de persconferentie is duidelijk gemaakt dat Bouterse geen staatsbegrafenis krijgt en ook geen begrafenis met staatseer.Santokhi was aanwezig bij de overdracht van 28 politievoertuigen, de eerste tranche uit een aantal van 150. Over het gesprek met weduwe Bouterse deelt hij mee: “Het gesprek is gepland geweest voor vandaag, maar ik heb begrepen van mijn liaison dat ze het niet op prijs stelt. En dat respecteren wij.” Hij benadrukt: “We willen dat alles ordelijk verloopt. Er zijn voorzieningen getroffen. Er is communicatie. Met de NDP. Met de familie. Laten we op een respectvolle wijze de case afhandelen. Laat er geen ruis ontstaan wat we niet nodig hebben. Ik ben niet geïnteresseerd in ruis. Het standpunt is dat alles ordelijk moet verlopen.” Santokhi is ook een reactie gevraagd op de vele Nederlandse publicaties die heftig speculeren over waar Bouterse zich wel of niet bevond. “Als die personen zo rechtgeaard zijn en zoveel van het land houden. Laten ze al deze informatie deponeren bij de procureur-generaal. Dat is het rechtssysteem van ons land. Zo zijn we ingericht. Zo rechtsstatelijk zijn we. Ik nodig iedereen uit: Het Openbaar Ministerie is daar. Breng die informatie. Laten ze het onderzoeken.”