President Santokhi in Ramadan-boodschap: “Lastercampagnes behagen God niet”

door

President Chan Santokhi heeft in een toespraak de Surinaamse moslimgemeenschap een gezegende Ramadan toegewenst. Hij benadrukte het belang van deze heilige maand, zoals beschreven in het tweede hoofdstuk van de Heilige Koran. De Ramadan vangt aan op 28 februari 2025 en eindigt op 30 maart 2025.
De president onderstreepte dat moslims in deze periode verplicht zijn te vasten, waarmee zij zich onderwerpen aan de vierde zuil van de Islam. Hij wees erop dat de Islam gegrondvest is op vijf pilaren: de geloofsbelijdenis, rituele gebeden, het geven van aalmoezen, het vasten en de bedevaart naar Mekka.
Santokhi sprak over het vasten als een vorm van zuivering van de ziel en gehoorzaamheid aan God. Hij benadrukte dat het vasten bijdraagt aan zelfdiscipline en helpt om zwakheden in het karakter te overwinnen. Door zich te onthouden van voedsel, drank en genotsmiddelen tussen zonsopkomst en zonsondergang, ontwikkelen moslims hun inlevingsvermogen en solidariteit met de armen en hongerigen.
Verder riep de president op tot het vermijden van onwaarheden, roddel, laster en scheldwoorden, vooral tijdens het vasten. Hij bracht dit in verband met de politieke ontwikkelingen in Suriname en de komende verkiezingen. “Lastercampagnes zullen God niet behagen, noch zal God de gebeden aanhoren van mensen die geen zuivere intenties hebben,” stelde hij.
President Santokhi sprak zijn wens uit voor de welvaart en het welzijn van iedere Surinamer. Hij riep op tot verdraagzaamheid, solidariteit en bezinning, en benadrukte dat deze waarden hand in hand gaan met wederzijds respect.
De president wees erop dat Suriname zich op een belangrijk kruispunt bevindt en vooruitgang in het vooruitzicht heeft. “Wij hebben de magere jaren het hoofd kunnen bieden en zijn uit een diep dal omhoog gekropen, met behulp van de Almachtige.”
Tot slot riep hij alle Surinamers op om in gebed te gaan, elkaar te respecteren en te omarmen. “Aan alle moslimbroeders en -zusters wens ik Ramadan Mubaarak,” besloot hij zijn toespraak.