President Santokhi: “Ik heb dit land gediend met alles wat ik in mij had”

door

“De verkiezingen zijn achter de rug, het volk heeft gesproken en zoals het hoort buigen wij ons voor de wil van het volk.” Dat zei president Chan Santokhi op zondag 6 juli 2025 tijdens zijn toespraak na de verkiezing van Jennifer Geerlings-Simons tot president en Gregory Rusland tot vicepresident van de Republiek Suriname.
De aftredend president sprak zijn felicitaties uit aan het nieuwe leiderschap en wenste hen wijsheid, kracht en toewijding toe bij het besturen van het land. “Het pad dat voor u ligt is niet eenvoudig, maar het is een pad dat wij samen moeten bewandelen – in eenheid, met respect voor onze verschillen en met liefde voor ons land.”
Santokhi blikte terug op zijn vijfjarige ambtstermijn, die hij omschreef als zwaar maar betekenisvol. “Ik heb dit land gediend met alles wat ik in mij had. Het was geen gemakkelijke periode. We hebben stormen doorstaan – economisch, politiek en sociaal-maatschappelijk.”
Toch zag hij ook lichtpunten. “We hebben ook momenten van trots beleefd. Het volk heeft bewezen veerkrachtig te zijn. De economie is terug op het pad van herstel en het volk werd mede-eigenaar van de rijkdom via de royaltyregeling. De stem van Suriname klinkt weer geloofwaardig op het internationale toneel en vertrouwen is herwonnen.”
Erkenning van fouten en verantwoordelijkheidDe president toonde zich zelfkritisch. “Er zijn beslissingen genomen die achteraf anders hadden gemoeten, en verwachtingen gewekt die niet altijd volledig zijn waargemaakt. Wij nemen daarvoor onze verantwoordelijkheid. Leiderschap is niet alleen het claimen van successen, maar ook het erkennen van fouten. Het is het vermogen om te reflecteren, te leren en ruimte te maken voor anderen.”
Met die woorden onderstreepte Santokhi dat macht tijdelijk is, maar dat dienstbaarheid aan het volk blijvend moet zijn.
De vertrekkend president benadrukte het belang van nationale eenheid. “De geschiedenis van Suriname is er één van opstaan na vallen. We komen uit vele culturen – daarin ligt onze kracht. Maar het vraagt onderhoud, dialoog en het vermogen elkaar te blijven zien als mede-bouwers van een gedeelde toekomst.”
Hij dankte De Nationale Assemblee en alle anderen die de afgelopen jaren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het land. “Ik hoop dat men mij niet alleen zal herinneren om de beeldvorming die in het heetst van de strijd is ontstaan, maar ook om mijn inzet op de momenten waarop ik geprobeerd heb te verbinden en te beschermen.”
Afscheid zonder wrok, met liefde voor Suriname“Over enkele dagen neem ik afscheid van het hoogste ambt, maar ik blijf een dienaar van dit volk. Mijn liefde voor Suriname kent geen ambtstermijn. Ik zal mij blijven inzetten voor de vooruitgang van dit land – als burger, als parlementariër, als getuige van een volk dat zijn weg zoekt in de wereld.”
Aan zijn opvolgers deed hij een indringende oproep: “Regeer met een open vizier. Niet in wrok of verdenking, maar met het oog op vertrouwen. Luister naar het volk – ook als dat kritiek heeft – en sluit niemand uit.”
Tot slot richtte Santokhi zich tot de samenleving. “De toekomst van ons land ligt niet in handen van één persoon of één partij, maar in handen van ons allen.”Hij sloot zijn toespraak af met een gebed: “Moge Suriname een land zijn waar kinderen veilig kunnen opgroeien, waar verschillen geen scheidslijnen vormen, waar leiders dienen en het volk regeert.”