Posterexpo slavernijverleden: ‘Blik op verleden om te helen in de toekomst’

“Deze tentoonstelling is veel meer dan een verzameling van objecten en verhalen. Het is een krachtige viering van onze gedeelde geschiedenis, een getuigenis van de kracht en weerbaarheid van onze identiteit en een oproep om ons cultureel erfgoed te koesteren en te beschermen.” Dat stelde Cultuurdirecteur Dweight Warsodikromo bij de opening van de posterexpositie ‘Slavernijverleden’ in Naks.
Tekst Tascha Aveloo

Beeld Naks & Joan Kassels
De tentoonstelling heeft eerder, in 2021, in het Rijksmuseum in Amsterdam, Nederland gestaan. Voor Suriname is ze aangevuld met posters uit de Naks-collectie, het Nationaal Archief Suriname, Surinaams Museum en Saamaka Marron Museum uit Pikin Slee. “Identiteit is geslaagd en ons erfgoed is een bron van kracht”, vervolgde Warsodikromo. “Terwijl we terugkijken naar het slavernijverleden erkennen we de fundamentele invloed die het heeft gehad op de manier waarop we onszelf zien en hoe we onze cultuur begrijpen. Maar we erkennen ook dat ons verleden ons niet hoeft te definiëren. Het geeft ons de mogelijkheid om te reflecteren, om opnieuw te evalueren wie we zijn.”

“Het zijn verhalen van veerkracht die ons kunnen motiveren om in ons eigen leven op te staan tegen onrecht en ongelijkheid”
NAS-onderdirecteur Audrey Hofwijks
Na een ritueel openingsgebed en zang in het Naks-centrum aan de Thompsonstraat voerden dinsdag verschillende personen het woord, afgewisseld met culturele optredens, zoals van de zanggroep Marron Museum Pikin Slee, meeslepende woorden van spoken word-artiest Zulile Blinker en dans door Naks Wan Rutu.
Veerkracht
Audrey Hofwijks-Koenders, onderdirecteur van het Nationaal Archief Suriname dat ook materiaal voor de expositie heeft aangeleverd, noemde het cruciaal dat de verhalen in archieven en andere bronnen worden verteld en doorgegeven. “Als we de verhalen van tot slaaf gemaakten bekijken, worden we geconfronteerd met de gruwelijkheden en ontberingen die zij hebben gekend. Hun levensgeschiedenis is vaak gekenmerkt door geweld, onderdrukking en verlies. Maar te midden van deze verschrikkingen, leren we ook over een opmerkelijke kracht; de veerkracht van de mens”, zo sprak ze.
Hofwijks-Koenders noemde de verhalen “een onmisbaar deel van ons collectieve geheugen”. “Ze herinneren ons eraan dat we niet alleen de geschiedenis van de onderdrukking moeten gedenken, maar ook de kracht van diegenen die nooit hebben opgegeven. Het zijn de verhalen van veerkracht die ons kunnen motiveren om in ons eigen leven op te staan tegen onrecht en ongelijkheid.”
Geen bijzaak meer
De Nederlandse ambassadeur Walter Oostelbos stelde dat de totstandkoming van deze expositie, zoals die heeft gestaan in het Rijksmuseum in Amsterdam, niet in een vacuüm is gebeurd. “Ze is onderdeel van het maatschappelijke debat over het Nederlandse slavernijverleden, dat uiteindelijk heeft geresulteerd in excuses die eerst toenmalig premier Mark Rutte en daarna koning Willem-Alexander hebben gemaakt.”
Met het onderzoek naar het Nederlandse slavernijverleden is op een pijnlijke manier blootgelegd welke tekortkomingen er zijn in de algemene kennis over deze periode. Oostelbos haalde aan dat hij als historicus moest bekennen dat het onderwerp slavernij gedurende zijn studietijd af en toe werd genoemd, maar meer als bijzaak. “Dat is nu veranderd. Er vindt maatschappelijke bewustwording plaats en daardoor ook een verandering in het denken. Voor het vergroten van onze kennis en maatschappelijke bewustwording is het van belang ook de geschiedenis te benaderen vanuit verschillende perspectieven.”
Geen gebundelde reactie
Naks-ambrabasi Siegmien Staphorst sprak, geheel in lijn met de Afro-Surinaamse traditie van de agerstori, de gelijkenis waarin ze middels beeldspraak ‘de excuses van het Koninkrijk der Nederlanden over de slavernij’ aan de kaak stelde. Ze ging ook breedvoerig in op de doorwerking van het slavernijverleden op verschillende niveaus in de Afro-Surinaamse samenleving. “Doorwerking en herstel van de erfenis van de trans-Atlantische slavernij in de hedendaagse samenleving verwijst naar manieren waarop die geschiedenis en effecten daarvan de samenleving blijven beïnvloeden en vormgeven, vaak lang nadat de formele slavernij is afgeschaft.”
Zij meende dat het aanpakken van deze ‘erfenis van slavernij’, alleen mogelijk is als wordt erkend op welke manieren deze geschiedenis van slavernij de samenleving heeft gevormd en blijft vormen. Staphorst vond dat op macroniveau het gaat om de systemische en structurele impact van het slavernijverleden op de maatschappij als geheel. “Hierbij gaat het om de historische, politieke en systemische factoren die bijdragen aan de voortdurende ongelijkheid en de dagelijkse en geïnstitutionaliseerde discriminatie die mensen met een slavernijverleden nog steeds ervaren.”
De Naks-voorzitter stelde dat Nederland een gezamenlijk antwoord van de organisaties in Suriname die zich bezighouden met het thema slavernijverleden verwacht, maar dit zal volgens haar wellicht niet gebeuren. “Die ruimte moet worden gecreëerd, omdat verdeeldheid één van de belangrijke tools is die in de slavernij en koloniale periode werd gehanteerd om te heersen en ook nu nog doorwerkt. Een gezamenlijk standpunt is handig en nuttig, maar niet de enige vereiste om te kunnen onderhandelen over de invulling …