Politieke soap

PRESIDENT CHANDRIKAPERSAD SANTOKHI vertolkt momenteel de hoofdrol in een beschamende politieke soap, waar hij zelf het hele slechte scenario voor heeft geschreven. En waarmee zijn eigen betrouwbaarheid en vooral vakmanschap nog meer in twijfel zullen worden getrokken. Want met de eigenzinnige benoeming van twee VHP-gekleurde onderministers op Abop-ministeries, heeft hij de woede van coalitiegenoot en vicepresident Ronnie Brunswijk op de hals gehaald.
Vooral het feit dat minister Dinotha Vorswijk van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) door Santokhi middels een presidentieel besluit in feite onder curatele is gesteld, is Brunswijk en zijn gele partij in het verkeerde keelgat geschoten, ook al omdat hierover vooraf niets is gecommuniceerd. De actie van Santokhi is des te opmerkelijker omdat GBB door Brunswijk als ‘zijn’ ministerie wordt beschouwd waarmee hij denkt politiek bij de kiezers te kunnen scoren – zeker met de verkiezingen voor de deur.

Bij de VHP beseffen ze dit ook dondersgoed, reden waarom Santokhi Sieuwkoemar Ramsukul promoveerde van directeur tot onderminister en hem vergaande bevoegdheden heeft gegeven die Vorswijk deels uitschakelen. Daardoor krijgt de VHP meer grip op de grondzaken en dat is precies wat Santokhi wil, want ook hij ruikt de aankomende verkiezingsdatum en heeft bij de kiezers nog heel veel goed te maken. Het uitdelen van grond kan hem daarbij helpen, zo denkt hij.
De kwestie is inmiddels zo hoog opgelopen dat de – in dit geval terecht – furieuze Brunswijk woensdag van Santokhi heeft geëist dat hij de gewraakte resolutie intrekt. Tijdens een regeringstop later op die dag heeft de president toegezegd dat ‘een team van juristen zich wederom zal buigen over de presidentiële besluiten’. Santokhi schreef op zijn eigen Facebook-pagina dat ‘het uiteindelijke besluit over deze benoemingen zal worden genomen tijdens de regeringstop van maandag 9 december 2024. Hiermee wil de regering komen tot een juridisch verantwoorde en breed gedragen oplossing.’
Kennelijk had hij afgelopen zondag – vóór de benoeming van de onderministers – zijn juristen nog niet naar deze zwaarwichtige besluiten laten kijken. Dat getuigt van onbehoorlijk bestuur, waar deze president zich wel vaker schuldig aan maakt en die zijn regering doen lijken op een pijnlijk opererende comedy-groep. Daardoor hebben Surinamers al jaren het gevoel dat ze in een soapserie terecht zijn gekomen, met de ene slechte plot na de andere. Daardoor verliest de politiek iedere geloofwaardigheid bij het volk en wordt straks geen enkele politicus meer serieus genomen.
Wat de president en de vicepresident bovenal beiden niet begrijpen is dat ministeries geen eigendom van een politieke partij zijn maar de belangen van alle Surinamers behoren te behartigen. In het geval van grondzaken zou iedereen evenveel recht moeten hebben op een perceel en niet alleen diegenen die toevallig met een gele of oranje partij sympathiseren. Dat is een boodschap die hoogstwaarschijnlijk aan (vice)presidentiële dovemans oren is besteed.