POLITIEK THEATER

Wat is er misgegaan bij de VHP? De partij lijkt haar grootste doel van deze regeerperiode gehaald te hebben, maar het was er slechts één, en het draaide om de belangen van één man. Terwijl de samenleving de gevolgen van een pijnlijk IMF-programma moest slikken, bleven bezuinigen op de eigen bestuurslast uit.
In plaats daarvan werd er vanaf dag één driftig gereisd. De staatskas was leeg, maar het imago van de partijtop moest glanzen. De vergelijking met het Nieuw Front in 2000 is veelzeggend. Ook toen was het land failliet, maar er werd toen wél bezuinigd, vooral op buitenlandse reizen. De prioriteiten lagen bij herstel, niet bij zelfprofilering. Nu lag het zwaartepunt elders. Dienstreis na dienstreis, week in week uit. En waarom?
Omdat het einddoel niet de verlichting van het volk was, maar het binnenhalen van de topfunctie bij de Organisatie van Amerikaanse Staten. Die post is nu binnen. De missie is geslaagd – voor de VHP, niet voor Suriname. De partij mag zichzelf feliciteren. Maar de achterban, en vooral het volk, blijft in het ongewisse. Dat maakt het des te wranger dat men erin geslaagd is om 34 landen te overtuigen van een kandidatuur voor de OAS-top, maar er in eigen land geen functionerende coalitie tot stand kon worden gebracht. Slim in Washington, stuurloos in Paramaribo.
INVESTEREN
En terwijl economen hun pijlen richten op het productiebeleid en de wisselkoers, waarvoor de regering Santokhi verantwoordelijkheid zou moeten dragen, is het goed om door de retoriek heen te prikken. Het gaat niet aan ons voorbij dat de context van de afgelopen vijf jaar: een pandemie, internationale prijsstijgingen, een ontwrichte toeleveringsketen, en een economie die volledig op haar knieën lag, ook heeft bijgedragen aan de economische ontwrichting.
Desondanks heeft de regering wel geprobeerd ondernemers te ondersteunen, onder meer via het ministerie van Economische Zaken. Er zijn trainingen verzorgd en fondsen verstrekt, juist met het oog op de komst van de olie- en gasindustrie. Want laten we helder zijn: de echte productiemotor van Suriname in de komende jaren is niet landbouw, maar olie en gas – met een immense spin-off naar andere sectoren.
Daarover horen we zelden iets van de bekende economen. In plaats van loze kritiek, zou het goed zijn om bijvoorbeeld te kijken of de bancaire sector, waar verschillende economen dominante posities bekleden, daadwerkelijk geïnvesteerd heeft in exportgerichte productie.
De realiteit is dat banken liever geld lenen aan handel dan aan productie, omdat het risico lager is. Zonder financiële injecties, is productie een luchtkasteel.
En dan is er nog het structurele probleem van uitsluiting. Honderden kleine ondernemers kunnen niet eens een bankrekening openen. Geen toegang tot kapitaal betekent geen productie. Dáár ligt de angel en niet alleen bij de overheid. Tot slot: Staatsolie, als uitvoerder van het nationale oliebeleid, communiceert transparant en frequent met de samenleving.
De koers is duidelijk: richting 2028, wanneer olie-inkomsten substantieel binnenkomen.
Dan is er pas ruimte om ook andere sectoren grootschalig te ontwikkelen. Tot die tijd is constructieve samenwerking vereist. Kretologie en politiek theater brengen ons nergens.
The post POLITIEK THEATER ..