Politiebond hekelt politieke bevorderingen binnen KPS

door

Bondsvoorzitter Poetini Atompai en secretaris Revelino Eijk.

De Surinaamse Politiebond (SPB) heeft zich vandaag tijdens een algemene ledenvergadering unaniem uitgesproken tegen het benoemingsbeleid van de regering binnen het Korps Politie Suriname (KPS). In een motie eisen de leden van de bond dat de recente, volgens hen willekeurige, bevorderingen van brigadiers naar de rang van majoor worden doorgetrokken naar andere politiemanschappen die al geruime tijd wachten op hun rechtmatige promotie.Bondsvoorzitter Poetini Atompai hekelde het beleid van het ministerie van Justitie en Politie, onder leiding van minister Kenneth Amoksi. “De afgelopen vijf jaar zijn allesbehalve rooskleurig geweest voor de politie,” stelde Atompai.Volgens SPB-secretaris Revelino Eijk heeft het benoemingsbeleid geleid tot een ernstige scheefgroei binnen het KPS. “Er zijn zelfs politieke functies aan het korps toegevoegd die er inhoudelijk niet thuishoren. Onder leiding van minister Kenneth Amoksi en president Chan Santokhi hebben politieke benoemingen plaatsgevonden die indruisen tegen de afspraken,” zei de SPB-secretaris.Tegen eerdere afspraken binnen het korps in, heeft minister Amoksi – gebruikmakend van zijn wettelijke bevoegdheid – per beschikking een aantal brigadiers bevorderd tot majoor. Deze promoties zouden plaatsvinden op 4 juli. In eerdere gesprekken tussen de korpsleiding, de bond, de minister en de president was echter afgesproken dat deze bevorderingen zouden worden aangehouden tot de betrokken brigadiers in augustus hun opleiding hebben afgerond.De korpsleiding heeft naar aanleiding daarvan schriftelijk om opheldering gevraagd aan de minister. Er kwam echter geen reactie; in plaats daarvan heeft de bewindsman zijn voornemen bekrachtigd door de geplande benoemingen schriftelijk door te geven aan de korpsleiding. Die heeft vervolgens de bond opgeroepen voor een spoedoverleg en vroeg om een standpunt. De bond adviseerde toen om in beroep te gaan bij de president, maar de korpsleiding vreesde dat dit niets zou opleveren.Uiteindelijk is besloten de bevorderingen vanuit het bevoegd gezag uit te voeren. De korpsleiding heeft aangegeven dat het om politieke benoemingen gaat waarvan de verantwoordelijkheid bij de minister is gelegd. De bond dat hij zich nooit zal verzetten tegen benoemingen van leden. Tijdens de ledenvergadering is in een motie vastgelegd dat, indien de bevorderingen van de brigadiers doorgaan, ook tegelijkertijd de bevorderingen moeten plaatsvinden van politiemanschappen van majoor naar onderinspecteur, en van agent naar brigadier. Door het beleid van de minister is er sprake van het verergeren van de scheefgroei binnen het korps, waar de formatie weer in de war is gegooid. Er kan weer opnieuw worden begonnen met het gezond maken van het korps.