Politici en glibberslangen

DE SNIJD / Armand Snijders

De Barbadaanse draadwormslang blijkt toch niet uitgestorven te zijn, zo las ik vorige week. Nu worden wel vaker dieren ontdekt waarvan werd gedacht dat ze van de aardbodem waren verdwenen, maar in dit geval trok het mijn aandacht omdat het bij wijze van spreken in onze achtertuin (Barbados) gebeurde en ik dat eiland meerdere malen heb bezocht. De Barbadaanse draadwormslang heb ik daar nimmer gezien en eerlijk gezegd wist ik ook helemaal niet van zijn bestaan af. ‘Goed nieuws’ doet mij sowieso altijd deugd.

Het glibberige beestje bij onze Caribische buurtgenoten staat wereldwijd onder de reptielenkenners wel te boek als de kleinste slang ter wereld. Hij meet slechts tien centimeter en komt alleen op Barbados voor. Iedereen die dacht dat hij een jaartje of twintig geleden was uitgestorven, men vergist zich.

“Het zou voor ieders gemoedrust een geruststelling zijn als Edgar zich – zoals de Barbadaanse draadwormslang – voor een heel lange tijd onder een steen gaat nestelen”

Hij is eerder dit jaar weer gezien op het eiland, verstopt onder een steen. Overigens, het is niet zo gek dat het beestje moeilijk was te vinden. Behalve dat ie klein is, is hij zo dun als een spaghettisliert. Het was niet de eerste keer dat ie moeilijk was te vinden. Sinds de eerste waarneming in 1889 is het beestje maar een paar keer gezien.

Overigens, met slangen heb ik weinig op, behalve dan dat ik op plekken heb gewoond waar ze zelfs regelmatig in huis kwamen. En ik heb mij laten vertellen dat als er eentje in de buurt is, er ook een tweede niet ver weg kan zijn. Want ze trekken er vaak als paartje op uit. Dus als je er één een kopje kleiner maakt, staat vrijwel vast dat je dat even later ook met de ander moet doen.

Nu ben ik niet zo’n held als het om het bestrijden van slangen gaat en zeker niet om ze om zeep te helpen. Immers, dat wordt een vieze bende. Dus ik probeerde ze vaak – met wisselend succes – met de stok van een bezemsteel van het erf te verwijderen.

Ik dacht bij mezelf: ‘Die Barbadaanse draadwormslang móet hetzelfde DNA hebben als Surinaamse politici, dat kan niet anders’. Die verdwijnen vaak ook voor jaren – in figuurlijke zin welteverstaan – onder een steen en komen op gezette tijden weer tevoorschijn, namelijk als zij weer willen worden gekozen en de kiezers, die ze jarenlang hebben gemeden, nodig hebben om dat doel te bereiken.

Overigens, dat geldt niet voor allemaal, voordat weer lezers in de pen gaan klimmen en beginnen te gillen dat ik alle politici over één kam scheer. Ik weet dat ook wel, maar er zijn een paar bij van wie je je afvraagt of hun moeder ze geen fatsoensnormen heeft bijgebracht.

Ik wil eigenlijk geen namen noemen, maar doe dat toch om met een voorbeeld mijn gelijk te bewijzen. De vervaarlijk sissende Alice, die zich voordoet als een echte gevechtsslang, kronkelde zich vóór de verkiezingen wéér in de armen van Ronnie en Abop, nadat haar soloavontuur op een fiasco was uitgelopen. Dat leverde haar een vreselijke kater op, waarna ze weer onder haar steen dook om daar te treuren. Want sinds 25 mei is ze opvallend stil, terwijl ze daarvóór luidruchtig vanaf de hoogste toren siste. Maar grote kans dat ze over vijf jaar weer tevoorschijn komt om zich weer als dé redder van het volk te presenteren en als het enige alternatief.

Het is een ritueel dat zich eens in de zoveel jaar herhaalt en waar Surinamers over het algemeen niet intrappen. En over glibberige en onbetrouwbare slangen gesproken: ik kan echt niet om haar partijgenoot Edgar heen, die iedereen vorige week bedonderde door geen quorum te verlenen voor een vergadering van het nationale praathuis. Dat kostte de staat veel geld, terwijl kostbare tijd verloren ging.

Zijn excuus dat hij om culturele redenen naar het achterland moest vertrekken (‘Het was echt urgent. Ik had een afspraak om een bepaald ritueel te doen, dat kan worden gezien in de geestelijk-culturele sfeer’), slaat natuurlijk nergens op. Hij is volksvertegenwoordiger die het landsbelang voorop dient te stellen. Als je kiest voor die job – waar je overdreven riant voor wordt betaald – dan moeten andere zaken opzij worden gezet. Er zal heus wel iemand zijn die jouw culturele activiteiten kan voortzetten, daar mag het praathuiswerk niet onder lijden.

Met de onvoorstelbare rotsmoes dat hij zijn telefoon was vergeten en thuis had laten liggen, heeft hij aangetoond zijn werk niet serieus te nemen. Fratsen van dergelijke – zichzelf politici noemende – grappenmakers zouden vergaande consequenties moeten hebben. Laat hem bijvoorbeeld een paar maanden van zijn vergoeding inleveren, dan zal je zien dat die urgente geestelijk-culturele zaken opeens veel minder dringend zijn.

Het zou voor ieders gemoedrust een geruststelling zijn als Edgar zich – zoals de Barbadaanse draadwormslang – ook voor een heel lange tijd onder een steen gaat nestelen en daar voorlopig niet onder vandaan komt. Daar kan hij met Alice en al die andere glibberige soortgenoten geen kwaad meer aanrichten. En als hij dan onverhoopt tóch tevoorschijn komt, dan zal ik klaar staan om hem met een bezemsteel van het erf te meppen.

armand.snijders@gmail.com