PL heeft verwarring veroorzaakt over fusie met ABOP

door

Vicepresident (vp) Ronnie Brunswijk heeft tijdens de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers zijn frustratie uitgesproken over de uitspraken van PL-leider Bronto Somohardjo en de verwarring die volgens hem is ontstaan in de samenleving over de geplande fusie tussen de Pertjajah Luhur (PL) en de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP).
Brunswijk stelt dat de gemaakte afspraken helder waren: de PL zou opgaan in de ABOP, wat zou resulteren in een fusie tussen beide partijen. Volgens de vp heeft de PL-top echter onbetrouwbaar gehandeld door uiteindelijk niet akkoord te gaan met de fusie. Hij beschuldigt de PL van oneerlijkheid en zegt dat hij geen verdere gesprekken met de partij zal voeren, aangezien hij hen als “gevaarlijk” beschouwt.
De vicepresident verklaarde dat PL-leider Paul Somohardjo twee jaar heeft gewerkt aan het opzetten van een nieuwe politieke partij, genaamd ABOPPL. Het plan was om beide partijen samen te voegen, met statuten die door de president zouden worden ondertekend. Brunswijk benadrukt dat Somohardjo aanvankelijk achter het fusieplan stond, maar zich op het laatste moment terugtrok.
Brunswijk legt uit dat binnen de nieuwe partij een evenwichtige verdeling van macht (één-op-één) was afgesproken en dat alle betrokkenen ervan zouden profiteren. Hij is van mening dat de terugtrekking van Somohardjo en de PL-top getuigt van onbetrouwbaarheid en slechte samenwerking.
De vicepresident wees erop dat parlementariër Evert Karto zonder de steun van de ABOP geen zetel in het parlement zou hebben gehad. Aan de andere kant had Miquella Huur zonder de stemmen van de PL haar positie in De Nationale Assemblée niet kunnen bereiken. Brunswijk benadrukt dat Huur haar werk binnen de partij tot het einde zal voortzetten.
Wat betreft geruchten over de benoeming van een onderminister op het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC), ontkende Brunswijk dat er dergelijke plannen zijn. Hij stelde dat de ABOP nog niet zover is om een onderminister op dat ministerie te installeren.