Pikin Saron

DE SPRAAKMAKENDE PIKIN Saron-zaak is vrijdag tot een voorlopig – en voor de nabestaanden onbevredigd – einde gekomen. Rechter Duncan Nanhoe heeft Jonathan A., Joshua H., Guilliano Z., Rodney M. en Martin M. veroordeeld tot acht jaar celstraf. Mitchel Bergmans, die al op vrije voeten was, werd veroordeeld tot twaalf maanden celstraf wegens opruiing.

De vijf andere verdachten is achttien feiten ten laste gelegd, waaronder poging tot moord. Gezien de impact die deze zaak heeft gehad op de samenleving is de rechter breedvoerig ingegaan op het eindoordeel en heeft in een paar uren durende zitting het vonnis woord voor woord opgelezen.

Het is een lastige case om te beoordelen, omdat geweld nooit goed kan worden gepraat

Het was een ware schok toen Suriname op 2 mei 2023 ontwaakte. Inheemsen van verschillende dorpen in het Paragebied in Pikin Saron hadden houttrucks die stonden te wachten op het terrein van de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht in brand gestoken. Daarnaast hadden ze schoten gelost op het SBB-gebouw zelf en waren gereden naar het gebied van het goudbedrijf Grassalco in Maripaston. Dat deden ze om rekenschap te halen voor de aan hen ontzegde toegang tot wat wordt beschouwd als inheems gebied.

Een dergelijke actie is men niet gewend van de inheemsen die vaak worden getypeerd als vredelievende mensen. Naar verluidt had de groep ook geprobeerd het zaakje vredelievend op te lossen door in dialoog te gaan met vicepresident Ronnie Brunswijk over het kunnen werken in het Maripaston-gebied. Echter, die gaf geen reactie meer na toezeggingen te hebben gedaan, wordt beweerd door de mannen.

De actie was dus een reactie op het probleem dat Suriname maar niet schijnt op te kunnen lossen: het grondenrechtenprobleem. Al sinds de onafhankelijkheid van Suriname, dat dit jaar een halve eeuw markeert, vechten inheemsen en tribalen om de erkenning van hun bestaan; hun manier van leven en de natuur in stand houden.

Conflicterende belangen van de staat en ondernemers met veel geld zorgen voor een gigantische impasse. En toen was de maat vol en kwam er een opstand. Ivanildo Dijksteel en Martinus Wolfjager hebben aan de kant van de protesterenden het leven gelaten en er zijn ook enkele politieagenten en ondernemers verwond geraakt.

Het is een lastige case om te beoordelen, omdat geweld nooit goed kan worden gepraat. Vreedzame protesten worden door de wet toegestaan, maar het aanrichten van vernielingen en verwonden van mensen, kan niet straffeloos blijven. Aan de andere kant: een leven in onzekerheid zonder zicht op toekomstige ontwikkelingen, terwijl het eigen leefgebied wordt vervuild en leeggeplunderd, is ook geen leven.

Dat vinden de inheemsen ook. Maar ze zijn met hun rug tegen de muur. Hoe het recht te halen in een land waar de groep niet wordt erkend? Hoe vreedzaam vechten als gemoederen verhit zijn en de rek eruit is?

Het blijft een lastige zaak. Eén waarin de staat en de politiek een verlossende beslissing kunnen nemen. Maar zoals de kaarten nu liggen, zal dat nog een tijd duren. De strijd gaat in ieder geval door en er wordt hoger beroep aangetekend in deze zaak.