Persoonsverheerlijking Bouterse

DE NATIONALE DEMOCRATISCHE Partij (NDP) heeft in het weekend onomwonden herhaald waar zij voor staat: niet voor een goede toekomst van Suriname en het welzijn van alle Surinamers, maar voor de terugkeer op het podium van slechts één persoon: de voortvluchtige oud-voorzitter Desi Bouterse. Die hoeft wat de partij betreft niet twintig jaar de cel in vanwege zijn hoofdrol bij de Decembermoorden van 1982, waarvoor hij na een zeer uitvoerig proces door de Krijgsraad is veroordeeld, maar moet gratie krijgen.
De rest is allemaal bijzaak, ook het oplossen van de economische en financiële crisis waar het land nog altijd in verkeert en die grotendeels door de NDP-regering onder leiding van diezelfde Bouterse is veroorzaakt. Het is het belangrijkste – en zo niet het enige – verkiezingsitem waar de NDP zich hard voor maakt. Dat zou het voor kiezers, die een duidelijk beleid willen zien, op 25 mei volgend niet zo moeilijk moeten maken op welke partij zij absoluut niet moeten stemmen.

Het is toch ronduit stuitend dat de leiding van de paarse partij zo hardnekkig vol blijft houden dat hun ex-voorzitter het slachtoffer is van een politiek proces en onterecht is veroordeeld

Het is toch ronduit stuitend dat de leiding van de paarse partij zo hardnekkig vol blijft houden dat haar ex-voorzitter het slachtoffer is van een politiek proces en onterecht is veroordeeld. Ze hebben dus een enorme minachting voor de rechtstaat, wat bovendien een diepe belediging is naar de vijftien slachtoffers en hun nabestaanden is. Dat de NDP’ers dat niet inzien, zegt heel veel over hun manier van denken.
Daarnaast is Bouterse, het symbool van de gruwelijke dictatuur die het land heeft moeten doormaken, verantwoordelijk voor meerdere periodes van economische neergang in het land en bovendien ook nog eens veroordeeld wegens drugshandel in het buitenland. Zijn mogelijke gratie zal tot woedende internationale reacties leiden en Suriname in één klap weer een paria in de wereld maken. Zover mag het volk het nooit meer laten komen en het zal daartegen een krachtig protest moeten uitspreken.
Echter, dat het zover heeft kunnen komen dat Bouterse door zijn aanhang nog altijd wordt verheerlijkt, mag ook zeker de regering van president Chandrikapersad Santokhi worden aangerekend. Het Openbaar Ministerie, waar hij uiteindelijk voor verantwoordelijk is, heeft nagelaten om de ex-dictator direct na het definitieve vonnis op te pakken. Daardoor had hij ruimschoots de tijd om op de vlucht te slaan. Het vermoeden bestaat zelfs dat de autoriteiten daar doelbewust aan hebben meegewerkt. Omdat daar nooit een onafhankelijk onderzoek naar is gedaan, zal dat vooralsnog een vermoeden blijven.
De autoriteiten kunnen bij monde van de ministers Kenneth Amoksi van Justitie en Politie en Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking wel beweren dat er alles aan wordt gedaan om de mogelijke verblijfplaats van Bouterse te achterhalen en hem op te pakken, maar daar wordt door vrijwel niemand waarde aan gehecht. En zolang Bouterse nog zo wordt verheerlijkt en vrij rondloopt, zal zijn schaduw in het land mee blijven regeren.