Parmessar wijst op kansen en uitdagingen bij overeenkomst met Afreximbank

Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, heeft zich donderdag in De Nationale Assemblee (DNA) uitvoerig uitgelaten over de ontwerpwet ‘Agreement for the Establishment of a Partnership between Member States of the Caribbean Community and the African Export-Import Bank’. Volgens Parmessar is de overeenkomst een belangrijke stap in de economische en diplomatieke betrekkingen tussen de Caricom-regio en het Afrikaanse continent, maar brengt het ook uitdagingen met zich mee die zorgvuldig overwogen moeten worden.
Parmessar noemde de overeenkomst een kans voor Suriname, omdat de handel met Afrika nieuwe markten kan ontsluiten en bij kan dragen aan de diversificatie van de economie, die momenteel sterk afhankelijk is van een beperkt aantal exportproducten en inkomstenbronnen. Afreximbank biedt toegang tot financiering via leningen, kredietgaranties en handelsfaciliteiten, wat vooral gunstig kan zijn voor kleine en middelgrote ondernemingen (mkb’s).
De technologische en kennisuitwisseling met Afrikaanse landen kan ook bijdragen aan sectoren zoals duurzame landbouw, hernieuwbare energie en digitale innovatie. Hoewel de NDP-fractieleider de voordelen erkent, wees hij ook op enkele uitdagingen van deze samenwerking.
De geografische afstand tussen de Caricom-landen en Afrika kan logistieke problemen veroorzaken en de handel bemoeilijken. Daarnaast wees hij op het beperkte ervaring van Surinaamse bedrijven met Afrikaanse markten en het gebrek aan handelsmissies en marktstudies. Ook noemde hij wisselkoersrisico’s en valutaverschillen als mogelijke obstakels.
Een ander belangrijk punt van zorg is de ruime immuniteit die Afreximbank onder de overeenkomst krijgt. Parmessar verwees naar artikel 11, waarin wordt gesteld dat alle vertegenwoordigers van de bank worden vrijgesteld van rechtsvervolging voor handelingen die zij in hun officiële hoedanigheid verrichten. Ook bij artikel 14, waarin Afreximbank vrijstelling van valutacontroles wordt verleend, plaatste hij vraagtekens en vroeg hij zich af wat de rol van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) hierbij zou zijn.
Om de kansen van deze overeenkomst te maximaliseren en de risico’s te beperken, stelde Parmessar een aantal actiepunten voor. Hij pleitte voor sterkere ondersteuning van het mkb door financieringsmogelijkheden toegankelijker te maken, met name door het minimum leenbedrag bij Afreximbank te verlagen van US$ 5 miljoen naar US$ 250.000. Ook drong hij aan op investeringen in transport- en logistieke infrastructuur, aangezien een goed functionerend transportsysteem cruciaal is voor exportgroei.
Daarnaast benadrukte hij het belang van effectief risicobeheer, waarbij de CBvS samen met Afreximbank mechanismen zou moeten ontwikkelen om wisselkoersrisico’s en handelsrisico’s te beperken. Hij vroeg ook om aandacht voor bewustwording en educatie, door middel van handelsmissies, seminars en workshops om Surinaamse bedrijven vertrouwd te maken met de Afrikaanse markt.
In zijn betoog ging Parmessar ook in op de kwestie Tigri. Hij wees erop dat Guyana reeds miljoenen dollars aan financiering heeft ontvangen van Afreximbank en dat het waarschijnlijk zal proberen deze middelen te gebruiken om economische activiteiten in het betwiste Tigri-gebied verder uit te breiden.
De NDP-volksvertegenwoordiger vroeg zich af welke stappen de Surinaamse regering onderneemt om deze kwestie binnen Caricom aan te kaarten. Hij uitte scherpe kritiek op de passieve houding van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Surinaamse ambassade in Guyana. “De regering zwijgt in alle talen en onze ambassade treedt niet op. Dit moet dringend veranderen,” aldus de fractieleider.
Verder drong de NDP-fractieleider aan op een zorgvuldige herziening van het wetsontwerp. Hij merkte op dat sommige artikelen, zoals de vrijstelling van belastingen en de ruime immuniteiten voor de bank, nog te veel onduidelijkheden bevatten.
Parmessar wees erop dat zowel het ministerie van Financiën en Planning als de CBvS ernstige bedenkingen hebben geuit over de ontwerpwet en drong aan op een nota van wijziging waarin de zorgen van relevante stakeholders worden meegenomen.