Parmessar uit kritiek op falend financieel en monetair beleid regering

door

In de assembleevergadering over de suppletoire begroting van 2024 heeft de fractieleider van de NDP, Rabin Parmessar, stevige kritiek geuit op het financieel beleid van de regering. De begroting, die gebaseerd is op loon- en salarisaanpassingen, koerswijzigingen en de herverdeling van prioriteitsgebieden, laat volgens hem zorgwekkende tekorten en onevenwichtigheden zien.
Parmessar wees erop dat de lonen met SRD 410,8 miljoen zijn gestegen, terwijl de operationele uitgaven met SRD 376 miljoen toenamen. Tegelijkertijd zijn de investeringen in programma’s afgenomen met SRD 377,5 miljoen.
“De totale uitgaven zijn gestegen met SRD 1,48 miljoen, terwijl de totale ontvangsten constant zijn gebleven,” benadrukte hij. Volgens de fractieleider is dit onacceptabel, gezien de recente stijgingen in de prijzen voor olie en goud, die juist meer inkomsten hadden moeten opleveren.
Hij voegde eraan toe dat de regering nalaat om middelen in te zetten voor duurzaam beleid die iedere Surinamer ten goede komt. De stijging van de lonen is volgens Parmessar slechts een tijdelijke oplossing voor ambtenaren.
Verder uitte hij zijn onvrede over de koersstijgingen en het falende toezicht door het ministerie van Financiën en Planning. “De regering beweert dat de koerswijziging veroorzaakt wordt door exporteurs die zich niet aan de retentieregeling houden, maar wie moet erop toezien dat zij dit wel doen? Het ministerie van Financiën en Planning heeft hier wederom steken laten vallen. Het toezicht is verslapt”, merkte hij op.
Hij hekelde ook de dubbele moraal van de regering. “Wanneer de koers daalt, claimt de regering dat dit het resultaat is van haar ‘prudente beleid’. Maar als de koers stijgt, zijn derden ineens verantwoordelijk.”
Parmessar wees erop dat de koers in slechts twee maanden tijd is gestegen van SRD 28 naar SRD 36 en vroeg de regering om uitleg. “Hielden diezelfde exporteurs zich twee maanden geleden nog wel aan de retentieregeling? Kan de regering ons de gedetailleerde overzichten van de retentieregeling presenteren waar wij herhaaldelijk om vragen?”
Parmessar bekritiseerde ook het gebrek aan een strak monetair beleid. “De geldhoeveelheid is enorm vermeerderd: van 2010 tot en met 2020 is deze met slechts SRD 6 miljard gestegen, maar van 2020 tot en met 2024 heeft de regering ruim SRD 16 miljard in omloop gebracht. Er is geen strak toezicht op de inkomsten van de staat, zoals de retentiemiddelen en uitgave OMO van meer dan SRD 7 miljard, en er is geen strakke begrotingsdiscipline.”
Hij concludeerde dat het misplaatst is om enkel de Centrale Bank van Suriname (CBvS) de schuld te geven. “De CBvS laat ook veel steken vallen, maar de verantwoordelijkheid ligt breder. De regering moet eindelijk verantwoordelijkheid nemen voor haar falende beleid”, aldus Parmessar.