Parmessar uit kritiek in DNA op koersenbeleid regering

PARAMARIBO – NDP-fractieleider, Rabin Parmessar, heeft tijdens de behandeling van de  suppletoire begroting van 2024 felle kritiek geuit op het koersenbeleid van de regering. Volgens de fractievoorzitter moet de regering geen vinger wijzen naar anderen, maar de fout bij zichzelf zoeken dat de koersen niet te beteugelen zijn.

 “De regering meent dat de exporteurs verantwoordelijk zijn voor de koersstijging, omdat zij zich niet houden aan de retentieregeling. Maar wie moet erop toezien dat exporteurs zich aan deze regeling houden? Juist, voorzitter: het Ministerie van Financiën en Planning heeft hier wederom steken laten vallen. Het toezicht is verslapt. Welbewust? De regering heeft duidelijk twee gezichten. Wanneer de koers daalt van SRD 38 naar SRD 28, is dit het resultaat van het ‘prudente beleid’ van de regering. Echter, als de koers stijgt, zijn derden ineens verantwoordelijk”,  benadrukt Parmessar.

Volgens de fractievoorzitter is in slechts twee maanden tijd is de koers fors gestegen: vanSRD 28 naar SRD 36. Hij wil van de regering weten of diezelfde exporteurs zich twee maanden geleden nog wel aan de retentieregeling hielden? Ook wil de voorzitter dat de regering gedetailleerde overzichten van de retentieregeling presenteert, vooral omdat in het parlement herhaaldelijk om is gevraagd. Volgens Parmessar was het de bedoeling dat het parlement deze en andere overzichten maandelijks zouden ontvangen.

“Wat is de regering van plan, om de koers te stabiliseren? Hierbij verwijs ik naar het door de NDP ingediende initiatief omtrent de valutawet. Uiteraard gaat de koers stijgen. De geldhoeveelheid heeft u enorm vermeerderd: van 2010 tot en met 2020 is de geldhoeveelheid slechts met SRD 6 miljard gestegen. Daarentegen heeft de regering in de periode van 2020 tot en met 2024 ruim SRD 16 miljard in omloop gebracht. Er is bovendien geen strak toezicht op de inkomsten van de Staat: bijvoorbeeld de retentiemiddelen, uitgave OMO van meer dan SRD 7 miljard en geen strakke begrotingsdiscipline. Kortom, er is geen strak monetair beleid. Ik vind het daarom misplaatst om steeds slechts de Centrale Bank van Suriname  de schuld hiervoor te geven, alhoewel ook zij enorm veel steken laat vallen als het om toezicht gaat”, aldus de fractievoorzitter.