Parmessar hekelt ondermaatse voorbereiding belangrijke wetten

NDP-fractieleider Rabin Parmessar heeft tijdens de behandeling van de Wet Spaar- en Stabilisatiefonds en de Comptabiliteitswet in De Nationale Assemblee (DNA) scherpe kritiek geuit op de wijze waarop deze cruciale wetgeving wordt behandeld. Parmessar benadrukte dat de ontwerpwet apart behandeld had moeten worden, gezien het grote belang ervan voor de toekomst van Suriname, vooral met het oog op de olie- en gasinkomsten vanaf 2028. Tijdens zijn betoog op dinsdag 24 december beklaagde hij zich over de gebrekkige voorbereiding en studie van de wet.
Parmessar stelde dat de regering deze wetten met te veel haast aan het parlement heeft voorgelegd, schijnbaar vanwege de voorwaarden van de Oppenheimer-lening. “Waarom hebben we deze concepten niet maanden eerder ontvangen?” vroeg de fractieleider. Hij bekritiseerde het gebrek aan transparantie rondom de schuldherschikking van de Oppenheimer-lening en stelde dat deze herschikking eerst uitvoerig besproken had moeten worden voordat de wetten behandeld konden worden. Daarnaast vroeg Parmessar om duidelijkheid over het aflossingsschema, de exacte bedragen en de termijnen.
De fractieleider benadrukte de noodzaak van inzicht in de onderhandelingen met de schuldeisers, vooral wat betreft de zogenaamde ‘haircut’ van 30 tot 70 procent. Hoe deze onderhandelingen zijn verlopen en wat het uiteindelijke resultaat is, blijft volgens hem onduidelijk. Hij vroeg daarnaast om inzicht in de kosten van het bureau Lazard, dat betrokken is bij de operatie. Parmessar wilde niet alleen weten welke kosten reeds gemaakt zijn, maar ook wat de totale verwachte kosten zullen zijn. Hij bekritiseerde het feit dat dergelijke belangrijke contractuele afspraken niet in algemene wetgeving verwerkt mogen worden zonder volledige transparantie.
Parmessar wees erop dat de commissie van rapporteurs op 18 december een bijeenkomst had waarin de minister aangaf dat de wetten vóór het einde van het jaar behandeld moesten worden. Dit zou volgens de minister noodzakelijk zijn om toekomstige generaties te laten profiteren van de olie-inkomsten en een deel van deze inkomsten te reserveren voor actuele uitdagingen. Parmessar voegde echter toe dat tijdens de hoorzitting van 20 december bleek dat belangrijke instanties, zoals de Centrale Bank van Suriname (CBvS), nauwelijks tijd hadden gehad om feedback te leveren. “De CBvS kreeg het wetsontwerp pas de dag ervoor toegestuurd en vroeg om meer tijd om grondige input te leveren,” aldus Parmessar.
De CBvS uitte zorgen over onder andere haar rol als beheerder van het fonds in relatie tot de Bankwet. Daarnaast wees de bank op het gebrek aan duidelijke definities en procedures voor het doen van trekkingen uit het fonds, evenals de noodzaak om heldere fiscale regels in de wet op te nemen.
Parmessar concludeerde dat de huidige aanpak tekortschiet en onvoldoende ruimte biedt voor de noodzakelijke verdieping en inspraak van alle betrokken partijen. “Deze wetten vereisen een grondige behandeling en participatie van alle relevante instanties, zeker omdat het gaat om de toekomstige olie-inkomsten en het beheer van deze gelden. Het is een gemiste kans dat dit proces zo gehaast en ongeorganiseerd verloopt,” besloot de NDP-fractieleider.