‘Paniekvoetbal Volksgezondheid’ met hiv-remmers irriteert zorgverleners

door Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO — De verklaring van het ministerie van Volksgezondheid van zondagmiddag (zie onderaan van het bericht) waarin wordt aangegeven dat er een voorraad hiv-remmers aanwezig is bij het Bedrijf Geneesmiddelenvoorziening Suriname (BGVS) en dat op 5 april een aanvullende partij is aangekomen in het land, heeft de bezorgdheid van de dienstverleners niet weg kunnen maken. Integendeel, deze verklaring heeft juist voor nog meer ergernis en iritatie gezorgd. “Wij willen geen paniekvoetbal zien, maar een gedegen langetermijnoplossing met een minister, een directeur en het hoofd van het BGVS, die çoncerned en betrokken zijn bij deze public health-issue en niet pas wanneer de nood hoog is”, verwoordt dokter Marja van Eer de gevoelens van artsen en zorgverleners.ADVERTISEMENT

De verontwaardiging over de verklaring komt meer omdat de inhoud daarvan, volgens van Eer, precies dezelfde is als wat minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid hen steeds voorhoudt wanneer zij hun beklag doen over het gebrek aan remmers en de precaire situatie waarin de hiv-epidemie zich bevindt. Dat brieven aan de directeur van Volksgezondheid, de voorzitter van het parlement en de voorzitter van de vaste DNA-commissie van Volksgezondheid eind februari nooit zijn beantwoord, maakt de irritatie er niet minder op.

“Het aanschaffen van medicamenten voor burgers, die die dagelijks nodig hebben, zou toch een vaste post moeten zijn op de staatsbegroting in plaats van het te koppelen aan een lening”Arts Marja van Eer

Tekort al maanden

Van Eer: “Als er een voorraad is aangekomen van het medicament, zoals in de verklaring staat, waarom krijgen de apotheken die dan niet met de grootste spoed. In dat geval zou ervoor gezorgd moeten worden dat in het weekend er was doorgewerkt om het nu reeds bij de apotheken te hebben. Ik zit bij de apotheek van het Diakonessenhuis en met mijn collega’s zijn we constant bezig na te gaan hoe en wanneer de apotheken de medicamenten krijgen. Vandaag blijkt dat een van de remmers die schaars was op te zijn.” In de verklaring schreef Volksgezondheid over de partij van 5 april dat “de distributie en levering aan de ziekenhuizen volgens planning deze week van start zal gaan”.

Van Eer wijst erop dat er wel degelijk al maanden sprake is van een tekort. Zij bevestigt ook dat de voorraad van het middel, dat voor kinderen is bestemd, behoorlijk aan het afnemen is. Dit komt omdat het als alternatief wordt gebruikt voor volwassen patiënten. Echter, volwassenen gebruiken in plaats van één tablet per keer een dosis van vijf tabletten van het kindermiddel. “Dus we hebben zo een tekort daaraan, maar de verklaring van Volksgezondheid zegt niets daarover.”

Tijdens het gesprek met de Ware Tijd wordt aan haar gemeld dat tot en met kwart over één maandagmiddag de medicamenten Kivexa en Dolutegravir voor volwassenen nog niet waren  ontvangen en dat de voorraad Kivexa voor kinderen op was en Dolutegravir voor kinderen schaars was.

Dolutegravir. [: gnpplus.net]

Geen prioriteit

Van Eer zegt dat waar in het verleden de hiv-remmers voor langere periode beschikbaar waren en die ook in grotere hoeveelheden voor twee tot drie maanden aan gebruikers werden voorgeschreven, dat niet meer kan. Patiënten krijgen nu voor slechts twee tot drie weken.

Van Eer vindt deze manier van paniekvoetbal met hiv-remmers onverantwoord. “Geen enkel land dat te maken heeft met een hiv-epidemie van deze omvang als de Surinaamse, mag zich vergissen in het bestellen van hiv-remmers.”

Dat de aanschaf van hiv-remmers geen prioriteit blijkt te zijn en die uit leningen worden gekocht, vindt Van Eer het toppunt van wanbeleid, evenzo de vermelding in de verklaring van Volksgezondheid dat de nieuwe voorraad van de medicatie in drankvorm en de nieuwe combinatietherapie vorige week is aangekocht in het buitenland en dat de betaling aan de leverancier op 3 april plaatsvond middels financiering vanuit de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB).

Van Eer: “Het aanschaffen van medicamenten voor burgers, die die dagelijks nodig hebben, zou toch een vaste post moeten zijn op de staatsbegroting in plaats van het te koppelen aan een lening. Ik speel het één en ander niet op de man, maar ik vraag me wel af waar de prioriteiten liggen.”

Het steekt de medicus dat de regering, het ministerie en ook het parlement, die meerdere keren op tijd zijn aangeschreven, op zo een manier met deze kwestie om zijn gesprongen. “Waar willen we naar toe met onze public health?” vraagt Van Eer zich af.

[Bron: Volksgezondheid]