Overleg tussen Bisdom en Monumentenzorg over sloop Poortgebouw vastgelopen

‘Poortgebouw is geen monument’
Tekst en beeld Audry Wajwakana

PARAMARIBO — “Het is geen monument. Als het dat was zouden wij nooit tegen de wet handelen”, benadrukt bisschop Karel Choennie tegenover de Ware Tijd. Er was heibel in het weekend toen bleek dat het bisdom Paramaribo het poortgebouw aan de Monseigneur Wulfinghstraat zou slopen. Dat ging niet door. Echter, het overleg tussen de Commissie Monumentenzorg en het Rooms-Katholieke Bisdom over het afbreken van het poortgebouw heeft maandag geen concrete resultaten opgeleverd.

“Als er geen overeenstemming wordt bereikt, zal het geschil voor de rechter worden gebracht. Zo een proces kan tien tot vijftien jaar duren en dan is het gebouw volledig verrot“
bisschop Karel Choennie
Partijen kunnen het niet eens worden of het gebouw een monument is of niet. Bisschop Choennie stelt dat het poortgebouw niet staat op de monumentenlijst en daarom niet onderhevig is aan de monumentenwet. Aangezien het gebouw instortingsgevaar vormt, voornamelijk voor de honderden scholieren die erlangs of doorheen lopen, besloot het Bisdom om het tijdens de grote vakantie slopen. Dat zou afgelopen weekend gebeuren, maar de Commissie Monumentenzorg greep op de valreep in.
In haast gebouwd
Om te argumenteren dat het poortgebouw geen monument is verwees de geestelijke leider naar de beschikking uit 1992 van toenmalige minister van Onderwijs Karan Ramsoendersing. Choennie: “De beschikking verklaart dat Gravenstraat (nu Henck Arronstraat, red.) nummer 18, de scholen Elisabeth I en II tot monumenten zijn verklaard, maar het poortgebouw wordt daarin niet genoemd.”
Het poortgebouw is in tegenstelling tot het historisch pand nummer 18, dat in 1907 op de hoek van de Henck Arron- en Monseigneur Wulfinghstraat werd gebouwd, rond 1940 neergezet. “Het poortgebouw ontstond in haast, omdat de Louiseschool dringend klaslokalen nodig had en er ook een voorziening nodig was om districtskinderen die in Paramaribo op school zaten, op te vangen”, zegt Choennie. De Margarethaschool was er ook enige tijd in ondergebracht. Doordat het in haast werd gebouwd, gebeurde dat niet volgens de ‘Bouw wet’. “Architectonisch staat het in schril contrast tot pand nummer 18. Als het wordt weggehaald zal het pand nummer 18 beter tot zijn recht komen”, voegt de bisschop toe.
Zelf onderhouden
Aangezien het poortgebouw niet op de monumentenlijst staat, is er geen toestemming van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur – dat over monumenten gaat – nodig om het af te breken. Het Bisdom heeft het districtscommissariaat van Paramaribo toestemming gevraagd om de veiligheid in de straat te garanderen tijdens de sloop. “En die toestemming  is ons gegeven”, zegt Choennie. De aankondiging van de mogelijke afbraak van het poortgebouw heeft behalve door Monumentenzorg tot verbaasde reacties op social media geleid. Vooral gezien de historische locatie.
Choennie reageert hierop: “De gemeenschap draagt geen cent bij aan het onderhoud van deze gebouwen, en is toch verbaasd. Dat begrijp ik niet.” Het RK Bisdom heeft de afgelopen jaren zo’n 3,5 miljoen US dollar uitgegeven aan onderhoud van zijn monumentale panden aan de Henck Arronstraat nummers 10, 12, 14, 16 en 18, de Kathedrale Basiliek en pand nummer 70, waar nu Qualogy Caribbean Centrum is gehuisvest.
Choennie benadrukt dat het Bisdom zijn plichten kent en die ook vervult, zonder enige financiële bijdrage van de overheid, ondanks de toeristische waarde die de monumenten vertegenwoordigen. “Maar de rek is eruit om panden te onderhouden die niet op de monumentenlijst staan,” voegde Choennie toe. Hij stelt zich op het standpunt dat als de overheid het pand in stand wil houden ze in elk geval moet bijdragen in de kosten.

Een gedeelte van het dakbedekking aan de noordzijde van het poortgebouw ontbreekt.Brandveiligheid
Naast het financiële aspect bracht de bisschop ook brandveiligheid naar voren als argument voor de sloop. “Het poortgebouw belemmert de toegang voor brandweerwagens en vormt daardoor een risico voor de omliggende panden,” zegt Choennie. Hij brengt in herinnering een brand in 2016 in een nabijgelegen gebouw, waarbij de brandweer het vuur slechts vanaf de straat kon blussen.
“De historische panden waarin we ruim drie miljoen hebben geïnvesteerd voor onderhoud, moeten we ook kunnen beschermen”, zegt Choennie. Hij wijst dat die gebouwen toen zodanig zijn gemaakt dat er tussen de gebouwen brandwerende delen zijn. “Maar dat kun je niet van het poortgebouw zeggen. Het staat te dicht op de twee andere gebouwen. Dus het is een fire hazard.”
Het RK Bisdom blijft bij zijn standpunt dat het afbreken noodzakelijk is. Minister Henri Ori van Onderwijs Wetenschap en Cultuur heeft de bisschop gevraagd om de sloop aan te houden. “Uit respect voor hem hebben we dat gedaan en we zijn in gesprek”, zegt Choennie. Voor vandaag staat er opnieuw een overleg gepland. Als er geen overeenstemming wordt bereikt, zal het geschil voor de rechter worden gebracht.
“Zo een proces kan tien tot vijftien jaar duren en dan is het gebouw volledig verrot”, …