Ordening bus- en bootsector

EEN SPECIALE WERKGROEP. Zo noemt president Chandrikapersad Santokhi de jongste loot aan zijn overvolle boom vol commissies, denktanks, coördinatie- en monitoringsteams, cluster-, werk- en praatgroepen, al dan niet met het voorvoegsel ‘presidentiële’. De nieuwste praatclub moet onder leiding van Humphrey Tjin Liep Shie binnen zes maanden ‘concrete voorstellen formuleren voor regulering en modernisering van de bus- en bootsector’.

Het staatshoofd weet niet van opgeven en zet slechts twee maanden vóór de verkiezingen nog steeds anderen aan het werk om zich bezig te houden met zaken die zijn regering niet heeft weten op te lossen. ‘De oprichting van deze werkgroep komt voort uit de dringende behoefte aan transparantie en efficiëntie binnen de bus- en bootsector’, zo schrijft de Communicatiedienst Suriname.

Er is een redelijke kans dat als het werk is volbracht, er iemand anders op de presidentiële stoel zit

Volgens de regering zijn er diverse uitdagingen, waaronder een verouderd vergunningenbeleid en een gebrek aan een up-to-date en betrouwbaar databestand van vergunninghouders. Daarnaast is er behoefte aan een efficiënter registratiesysteem en een herstructurering van de subsidievoorzieningen, ‘om zo een eerlijk en transparant systeem te garanderen’.

Echter, het was al jaren bekend dat er heel veel in de sector moet gebeuren om het openbaar vervoer compleet te ordenen. Het is door opeenvolgende regeringen nooit serieus opgepakt, ook niet toen het Nederlandse vervoerbedrijf Connexxion in 2007 minimaal één miljoen euro wilde investeren om de sector weer gezond leven in te blazen. Politieke onwil én tegenstribbelende bushouders dwarsboomden uiteindelijk die plannen.

Bij het aantreden van Santokhi was het nog altijd een rommeltje dat direct had moeten worden aangepakt. Dus waarom nu pas een werkgroep instellen? Bekend is dat de eerste anderhalf jaar van deze regering men andere dingen aan het hoofd had door de coronacrisis. Maar dat was op andere vlakken ook geen reden om geen commissies en werkgroepen in te stellen.

Het was misschien juist wel de tijd om dat te doen en de bezem door de sector te halen, omdat het particuliere boot- en busvervoer toen heel vaak stil lag. Maar er gebeurde weinig tot niets, met als gevolg dat alles bij het oude is gebleven en de boot- en bushouders steen en been klagen, zoals ze altijd hebben gedaan. Aan ordening is helemaal niets gedaan, terwijl dat wel de bedoeling was.

Nu mag de speciale werkgroep de handen aan deze gevoelige sector branden Wat precies de bedoeling is, is heel vaag. Zoals bij de meeste praatclubjes die de president met enthousiasme heeft geïnstalleerd. De ‘commissie-Tjin Liep Shie’ krijgt voor haar ondankbare taak zes maanden de tijd om met de eerste voorstellen te komen voor een ‘duurzame en efficiënte hervorming van de sector’. Er is een redelijke kans dat als het werk is volbracht, er iemand anders op de presidentiële stoel zit. En we weten hoe het gaat in Suriname: een opvolger gooit al het gedane werk in de prullenbak en begint weer van voren af aan.