Openbaar Ministerie persisteert bij strafeis van 8 jaar in ontvoeringszaak Rodney Cairo

PARAMARIBO — In de strafzaak tegen Imro Midema, die wordt verdacht van betrokkenheid bij de poging tot ontvoering van Rodney Cairo, heeft het Openbaar Ministerie opnieuw een gevangenisstraf van 8 jaar geëist. Tijdens de voortzetting van de rechtszaak heeft de officier van justitie zijn repliek gegeven. Hij heeft gereageerd op de verdediging van de advocaten en stelt dat de pleitnota tal van feitelijke onjuistheden en tegenstrijdige juridische standpunten bevat, die niet terug te voeren zijn op het procesdossier. Bovendien concludeert hij dat de verweren van de verdediging geen hout snijden, omdat deze gebaseerd zijn op onjuiste aannames en juridisch niet zuiver zijn.

Verdediging

De advocaten van Midema hebben vrijspraak geëist of anders ontslag van rechtsvervolging. De officier van justitie houdt echter vast aan de eis van 8 jaar gevangenisstraf. De raadsman van Midema heeft om uitstel gevraagd om een dupliek in te dienen. De rechter heeft dit uitstel verleend, en de zaak wordt op 7 maart voortgezet.

Tijdens de zitting in december betoogde de advocaat dat Midema van alle vervolging moet worden ontslagen, omdat hij zou hebben gehandeld in opdracht van een meerdere. Mocht dit niet worden geaccepteerd, dan eiste de advocaat vrijspraak, omdat volgens hem niet bewezen is dat Midema als medeplichtige kan worden aangemerkt.

Poging tot ontvoering

In april 2020 probeerden enkele gewapende mannen de militair Rodney Cairo te ontvoeren nadat ze zijn huis waren binnengedrongen. De politie, die ter plaatse kwam na een alarm, werd teruggefloten omdat het incident naar verluidt een actie was van het Directoraat Nationale Veiligheid (DNV), uitgevoerd in opdracht van de toenmalige directeur, Danielle Veira.

Overval

In de vroege ochtend van 16 april 2020 drongen vier zwaarbewapende, gemaskerde mannen de woning van Cairo binnen. Hij werd daarbij gegijzeld en tegen zijn wil meegenomen. Ook werden zijn mobiele telefoons, notitieboekje en militaire pas meegenomen. Een alerte buurtbewoner, die de verdachte bewegingen had opgemerkt, schakelde de politie in met de mededeling dat er een overval op zijn buurman werd gepleegd. De politie, waaronder leden van de RBT, gingen af op het geval maar werden ter plekke aangekomen teruggefloten door de toenmalige korpschef.

Aan toenmalig korpschef Roberto Prade werd voorgehouden dat het om een actie van het DNV ging. Door de aanwezigheid van de politie zagen de DNV’ers, onder wie naar later bleek Midema, ervan af Cairo mee te nemen. Het slachtoffer deed direct na het voorval aangifte bij de politie. Ook schreef hij een brief naar de procureur-generaal waarin hij aandrong op een onderzoek.

Aanklacht

De pg gaf toen opdracht tot het instellen van een strafrechtelijk onderzoek in deze zaak. Cairo vermoedde dat de aanval op hem te maken had met kritische opmerkingen die hij ten aanzien van het functioneren en handelingen van toenmalig Defensieminister Ronni Benschop en Veira op sociale media had gemaakt. Tijdens de inval in zijn huis werd Cairo mishandeld en gegijzeld door de indringers. Ook zouden persoonlijke bezittingen, waaronder een telefoon, zijn gestolen.

Naast vrijheidsberoving wordt Veira ook verdacht van overtreding van de vuurwapenwet. Zij zou zonder toestemming van het Openbaar Ministerie onrechtmatig vuurwapens hebben verstrekt aan burgers. Een aantal van deze wapens zouden niet in de officiële administratie van het DNV zijn geregistreerd. Veira, het gezicht van de aanpak van de COVID-19-pandemie, werd na het aantreden van de regering-Santokhi uit haar functie ontheven.