OOK SURINAME GETROFFEN DOOR KRIMPFLATIE

De koopkracht van de SRD is in de afgelopen jaren verdampt. Wij zijn nog altijd afhankelijk van import. De covid-pandemie en de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, hebben de prijzen van voedingsmiddelen en grondstoffen wereldwijd doen stijgen. Beide situaties hebben de prijs van vracht ook enorm verhoogd. De Verenigde Staten hebben onder leiding van president Trump, een handelsoorlog door middel van tariefheffingen op importen, ontketend. Dus nog voordat de SRD in beweging komt, hebben handelaren al te maken met verhoogde kostprijzen, inkoopprijzen, vrachtprijzen en heffingen. Dit alles werkt door in de prijzen die in Suriname in de winkel of aan de pomp, betaald worden. Daarnaast heeft de regering in 2020 overgenomen met de hoogste schuldenlast waarmee Suriname ooit te kampen heeft gehad: USD 3,9 miljard.
Daar komt nog bij, dat parastatale organisaties een eigen schuldenlast van USD 1,5 miljard hadden. Dit werkt door in de prijsontwikkeling, omdat kapitaal en in het bijzonder valuta, overal door wantrouwen en door renteverplichtingen, onder druk staan, bij het geheel aan geldverkeer in de Surinaamse economie. Zowel importeren als produceren is onder zulke omstandigheden uitdagend. Maar produceren in Suriname betekent zelfs voor de meest eenvoudige sectoren, gedeeltelijk van import afhankelijk te zijn.
Of het nou gaat om machinerie of om mest, om chemicaliën of om supplementen, voor alles moet een beroep gedaan worden op schaarse valuta en gebruik gemaakt worden van dure vracht. Sommige bedrijven verhogen de prijzen aan de hand van de verhoogde kosten, of de lagere koopkracht van hun eigen SRD. Andere bedrijven zijn afhankelijk van een markt, waar hun consument het water al aan de lippen staat of waar de concurrentie zo groot is, dat er al nauwelijks een nog kostendekkende prijs voor het product gevraagd kan worden. Het gevolg hiervan is dat als men niet meer kan vragen voor wat men verkoopt, men minder verkoopt voor wat men vraagt: een kleiner product of een kleinere portie, als het om voedig gaat.
Een puntbrood dat kleiner is doordat er minder deeg gebruikt wordt. Een portiebakje met minder bami. Zakjes met minder bananen- of cassavechips. Minder vlees aan een kleiner satéstokje. Minder aardappel in de rotirol. Het vervangen van roomboter door margarine en uiteindelijk spijsolie in koekjes, taarten en gebakjes. Een paar milliliter smeerolie minder bij de servicebeurt. Meer water en minder zeep bij de carwash. Minder kleuterleidsters bij de kinderopvang. Minder schietoefeningen voor de wachters bij het waardetransport. Overal is het passen en meten. De daling in koopkracht leidt dus tot een daling in kwaliteit van product en van dienst. Dat heet krimpflatie. Het treft de consument soms net zo hard als de traditionele inflatie, want je krijgt overal steeds minder voor meer, terwijl je SRD al niet zo veel meer waard is.
The post OOK SURINAME GETROFFEN DOOR KRIMPFLATIE ..