Ontslag Marciano Hellings is geen repressieve maatregel, maar een broodnodige grensstelling

Vakbonden in Suriname staan voor grote uitdagingen: loononderhandelingen, werkzekerheid en het bewaken van waardige arbeidsomstandigheden. Dit vereist serieuze mensen met inhoud, discipline en strategisch inzicht — geen figuren die het vakbondsplatform misbruiken als podium voor persoonlijke vetes en Facebook-retoriek.
Een vakbondsleider die de directie van een bedrijf publiekelijk “gajes” noemt op 3 mei, en op 6 mei 2024 oproept met de woorden “WEG MET DIT GESPUIS”, maakt zich niet schuldig aan strijdbare vakbondstaal, maar aan openlijke belediging, ondermijning en karaktermoord. Dergelijke uitspraken getuigen niet van kracht of leiderschap, maar van persoonlijke rancune, gebrek aan zelfbeheersing en minachting voor de normen van behoorlijk sociaal overleg.
Hellings was al eerder berispt vanwege onacceptabel gedrag. Zijn houding is dus niet incidenteel, maar structureel. In plaats van de strijd op inhoud te voeren, heeft hij gekozen voor de route van verbale escalatie, digitale intimidatie en publieke afbraak van bestuurders. Op basis hiervan is zijn ontslag als werknemer bij de EBS niet alleen gerechtvaardigd, maar onvermijdelijk geworden. Een organisatie hoeft niet te tolereren dat haar werknemers — en zeker niet haar vakbondsvertegenwoordigers — zich schuldig maken aan aanhoudende grove beledigingen van het management.
Hellings heeft met zijn gedrag niet alleen zichzelf buitenspel gezet; hij heeft ook laten zien dat hij de verantwoordelijkheid van zijn functie niet aankan. Het is tragisch dat iemand met een mandaat van arbeiders zich ontpopt tot een bron van conflict en publieke schande.
Wie dit gedrag verdedigt, verwart strijdvaardigheid met schoffering en kritiek. Zij verlagen de standaarden van vakbondswerk tot het niveau van scheldpartijen op Facebook. Dit is geen verzet; dit is verzieking van het arbeidsklimaat.
Een vakbondsleider hoort boven de materie te staan, bruggen te bouwen en respectvol maar scherp op te komen voor zijn achterban. Wie het gedrag van Hellings verdedigt, draagt bij aan de uitholling van de vakbeweging. Zij zijn geen beschermers van werknemersbelangen, maar meelopers in een cultuur van disrespect.
Hellings heeft gekozen voor de afgrond en trekt daarmee het imago van de vakbond in Suriname mee naar beneden.
Laat dit een wake-upcall zijn voor het hele vakbondswezen: de vakbond is geen speelplaats voor populisme, maar een pijler van democratische arbeidsverhoudingen. Wie de grens tussen protest en persoonlijke afbraak niet bewaakt, verliest niet alleen zijn baan, maar ook zijn morele gezag.
Robert Cairo
robertcairo@gmail.com