Onthulling tijdens zedenzaak voorganger C.L.: ‘Vicepresident heeft politieagent bedreigd’

door Valerie Fris

“De vp heeft de getuige R., agent van politie, gebeld en bedreigd!” Dat zei advocaat Derrick Veira onomwonden en met stelligheid woensdag in de rechtszaal. De getuige was tijdens de vorige zitting ook gehoord, waarbij hij vertelde dat een manspersoon hem zou hebben gebeld en in het Aucaans zou hebben geuit: “Mi sabi suma na yu, mi sabi pe yu naki papira, yu kan de na ai”.

De agent werd daarna van de zedenzaak tegen verdachte C.L. gehaald. De voorganger wordt ervan beschuldigd in juni vorig jaar een 22-jarige vrouw tijdens een ‘gebedssessie’ te hebben verkracht.

“Het slachtoffer heeft mij ook verteld dat C.L. na de daad SRD 200 op het bed had achtergelaten, waarbij hij zou hebben gezegd dat ze het geld in haar portemonnee moest zetten voor geluk”

Tijdens de vorige zitting op 11 december 2024 was het niet duidelijk en was het ook niet gezegd dat het om de vicepresident ging aan de andere kant van de lijn. Echter, een andere inspecteur die woensdag als getuige werd gehoord, verklaarde in de rechtszaal dat vicepresident Ronnie Brunswijk haar tijdens het onderzoek tegen verdachte C.L. ook zou hebben gebeld.

Tijdens een vorige zitting werd duidelijk dat de verdachte werkzaam is op het Kabinet van de Vicepresident. “De vp heeft mij gebeld en hij gaf aan dat hij de verdachte reeds had gewaarschuwd aangezien er nog een aangifte van verkrachting was gedaan op een ander politiebureau. Deze aangifte kon niet worden achterhaald. De vp zei dat als CL zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten hij daarvoor zou moeten worden gestraft”, verklaarde de inspecteur ze woensdag in de rechtszaal.

De rechter vroeg haar of zij zeker wist dat het om de vicepresident van het land ging en niet iemand die zich als hem voordeed. De getuige was daar zeker van omdat ze ook aangaf hem te kennen. “Laten we de zaken die zweverig zijn – dus niet helemaal duidelijk – achterwege laten”, zei kantonrechter Maureen Dayala daarop aan de getuige.

Procedure niet helemaal gevolgd

De inspecteur van politie vertelde verder aan de rechter dat ze ook onderzoek deed in de zedenzaak. Zij zou zelf contact hebben gemaakt met het Centraal Lab om de zalfolie waarmee C.L. de buik van het slachtoffer zou hebben ingesmeerd te laten onderzoeken.

Helaas, de verantwoordelijke van het lab gaf te kennen dat dit niet meer mogelijk was, omdat de procedures daartoe niet waren gevolgd. De politie zou niet zelf in contact mogen treden met het lab. De zogeheten ‘chain of custody’ zou zijn verbroken.

Marcus 6:7

“Zoek Marcus 6:7 in de Bijbel op waar er staat dat wij steeds met zijn tweeën moeten gaan om te bidden voor iemand. En als manspersoon ga je niet alleen voor een dame bidden.” Deze reprimande gaf de andere getuige A. woensdag aan de verdachte C.L.

Deze man werd gehoord omdat hij als apostel, samen met het slachtoffer, in juni vorig jaar aangifte heeft gedaan tegen voorganger C.L. “Er is misbruik gemaakt van het slachtoffer, omdat zij niet lang in het geloof is, dus ze kent de wetten van de Bijbel nog niet. Wij gebruiken als geestelijken allemaal olijfolie, maar het is geen gebruik dat die op de buik wordt gesmeerd”, antwoordde deze getuige op een vraag van de officier van justitie Mirella van Dijk.

Volgens de apostel zou het slachtoffer hem hebben verteld dat C.L. zijn handelingen staafde met een verhaal uit de Bijbel waar staat aangegeven dat een profeet op een meisje dat dood was ging liggen om haar weer tot leven te brengen. De voorganger zou dezelfde methode toepassen op het slachtoffer, dat mogelijk was ‘vervloekt’ tijdens seks met haar ex-vriend. “Het slachtoffer heeft mij ook verteld dat C.L. na de daad SRD 200 op het bed had achtergelaten, waarbij hij zou hebben gezegd dat ze het geld in haar portemonnee moest zetten voor geluk.”

Discussie over toepassing

De verdachte mocht woensdag ook vragen stellen aan de getuige. Met enkele A4’tjes in de hand vroeg C.L. aan zijn mede geestelijke als die op de hoogte is van het gegeven dat er meerdere denominaties zijn in de volle evangeliegemeenten, waarbij de regels verschillen over bijvoorbeeld het gebruik van zalfolie of het al dan niet in vereniging een lid opzoeken. Hierna volgde een discussie tussen de verdachte en de getuige, waar de rechter tussenkwam.

De getuige gaf ook aan dat hij bevriend is met de overziener en apostel van de verdachte en dat die zou hebben gezegd dat er eerdere vergrijpen hebben plaatsgevonden door C.L. De overziener zal op de volgende zitting – 12 februari – worden opgeroepen om te getuigen. Op 12 maart zullen het slachtoffer en getuige A., de geestelijke, …

...