Onderzoeksjournalistiek

SURINAME STAAT IN het Caribisch Gebied in de schijnwerpers. Valerie Fris, freelancejournalist voor onder meer de Ware Tijd, heeft samen met vier collega’s samengewerkt aan een onderzoek over mensenhandel en ze hebben daarvoor een prijs gewonnen voor verantwoord onderzoeksjournalistiek. Het journalistieke veld in Suriname is ingenomen met deze prijs, heeft Fris gefeliciteerd en ook goed naar haar woorden geluisterd.

Ze haalt aan dat het met name in Suriname heel moeilijk is om aan onderzoek te doen, omdat het geld om maanden aan een onderwerp te werken er eenvoudigweg niet is. Daarnaast is het zo dat Surinaamse politici, bedrijven en individuen geen cultuur hebben van informatieverstrekking. Alle informatie wordt angstvallig geheimgehouden. Iedereen wijst naar de journalist en hoe die niet in staat is onderzoek te doen. Totdat wordt gevraagd om informatie, dan moet elders worden gekeken.

Een samenleving moet de aandacht wel willen vestigen op meer dan sensatie om werkelijk onderzoeksjournalistiek te kunnen waarderen

De wet Openbaarheid van bestuur kan daarbij helpen, maar een cultuur kweken gaat niet eenvoudig. Zo is er bijvoorbeeld al een wet op de jaarrekeningen, maar weinig overheidsbedrijven houden zich eraan. Het Staatsziekenfonds heeft al sinds 2016 niets gepubliceerd en het staatsmijnbouwbedrijf Grassalco sinds 2017 niet. Wanneer journalisten geen of weinig tools hebben om hun werk te doen, zal de kwaliteit van de democratie achteruitgaan, maar ook de kwaliteit van bestuur op alle fronten.

Mensen zijn eerder geneigd zich te houden aan regels van goed bestuur en beloften als zij daar door een kritische pers en dito samenleving aan worden gehouden. Bedrijven en bestuurders die zich aan regels houden, zorgen voor een geordende samenleving, wat weer goed is voor het groter plaatje.

Het zou dan ook mooi zijn als de particuliere sector bijdraagt aan een sterk journalistiek veld. Dat is in het verleden wel gebeurd. Toen hebben enkele bedrijven samengebundeld om een journalistenprijs uit te rijken. Het was een stimulans voor journalisten om zich extra goed in te zetten. Net als Fris zijn veel journalisten ook blij met de stichting Stimuleringsfonds Journalistiek Suriname, dat nu al enkele jaren bestaat en langzaam terrein wint.

Maar het mes snijdt aan twee kanten. Wie een diepgravend onderzoek doet en het publiceert, zal merken dat stukken die langer zijn dan vierhonderd woorden nauwelijks de aandacht krijgen. Een samenleving moet de aandacht wel willen vestigen op meer dan sensatie om werkelijk onderzoeksjournalistiek te kunnen waarderen.

Niet zelden wordt gewezen naar hoe goed journalisten in Nederland hun werk doen. Zelden weet men dat bij veel onderzoekswerk in Nederland een stevig budget is gealloceerd. Dan is het maandenlang onderzoeken van een thema makkelijker.

Maar het is ook aan het journalistieke veld in Suriname om zichzelf beter te gaan definiëren. Want de vraag die wordt gesteld: is een influencer journalist en is het toegestaan om opportuun tussen beide te schakelen is wel valide. Anders is een journalist die sociale media zoals TikTok gebruikt om zonder direct eigen voordeel serieus nieuws makkelijker verteerbaar te maken. Daar moeten meer van komen.

Er is in ieder geval veel werk aan de winkel voor journalisten, bestuurders, bedrijven en burgers. Een cultuur van vrije informatieverstrekking en vrije meningsuiting moet samen worden gekweekt. Die komt namelijk niet uit de lucht vallen.