Onderzoek lo-systeem biedt inzicht in cultuur, geschiedenis en ontwikkeling Saamaka

‘Ik raakte nieuwsgierig naar dit systeem’
“Als we de woongebieden van marrons zoals Sipaliwini en Brokopondo vergelijken met de rest van het land, dan weten we dat het binnenland tig jaren verder nog steeds in een achtergestelde positie verkeert”, zegt Thanya Fonkel. Om een doorbraak in de discussie over ontwikkeling in het binnenland teweeg te brengen, vindt zij dat iedereen die de ontwikkeling nastreeft, eerst het lo-systeem van de marrongemeenschappen moet begrijpen.

Tekst en beeld Audry Wajwakana
Fonkel, zelf een Saamaka (Saramaccaanse), is als gemeenschapswerker actief geweest in de marron- en inheemse gemeenschappen. Zij merkte niet alleen vanwege haar werk maar ook als lid van de Saamaka-gemeenschap, dat het lo-systeem invloed heeft op het dagelijks denken en handelen van de marron. “Ik raakte nieuwsgierig naar dit systeem en vooral hoe het historisch is gegroeid naar het punt dat we nog steeds daar rekening mee moeten houden”, zegt ze.

“Marrons zijn blijven bestaan, ondanks de dreiging van kolonialisme, maar nu leven we in een andere tijd. Ze worden nog steeds bedreigd in hun bestaan”
Thanya Fonkel
Voor haar afstuderen ter verkrijging van de titel bachelor ‘Geschiedenis’ aan de Faculteit der Humaniora van de Anton de Kom Universiteit besloot ze hierin onderzoek te doen. Haar onderzoek en het verdedigen van haar scriptie op 6 augustus, werden bekroond met het ‘rapportcijfer’ negen.
Ze presenteerde op 23 augustus in de universiteitsbibliotheek de resultaten van haar afstudeeronderzoek getiteld ‘De invloed van het lo-systeem op de sociaaleconomische ontwikkeling van de Saamaka-gemeenschap. Een casestudy van de Dombi lo’. De centrale vraag van haar onderzoek luidt dan ook: ‘Hoe zijn Saamaka historisch verbonden aan het lo-systeem en hoe heeft dit invloed op de sociaaleconomische ontwikkeling van hun gemeenschap?’
Bedreigd in bestaan
De maatschappelijke relevantie van dit onderzoek ligt in het vergroten van het bewustzijn over de Marron-geschiedenis en het bijdragen aan discussies over de ontwikkeling van het binnenland. Wetenschappelijk gezien biedt het onderzoek nieuwe kennis over de invloed van culturele systemen op economische ontwikkeling, en draagt het bij aan de bredere discussie over het behoud van cultureel erfgoed in Suriname.
Fonkel baseerde haar onderzoek op de marronagetheorie, die de strijd tegen slavernij en het ontstaan van onafhankelijke marrongemeenschappen beschrijft. Zo gaf antropoloog Richard Price als een van de theorieën dat het proces van maronnage leidde tot het vormen van onafhankelijke marrongemeenschappen met een eigen leefsysteem. “Marrons zijn blijven bestaan, ondanks de dreiging van kolonialisme, maar nu leven we in een andere tijd. Ze worden nog steeds bedreigd in hun bestaan”, benadrukt de onderzoeker.
Zij vond een herziene betekenis van de marronagetheorie bij historica Sylviane Diouf dat marrons nu weerstand moeten bieden tegen de factoren die hun gemeenschappen bedreigen. “En dan denken we hierbij aan factoren als klimaatverandering, landverlies, gebrek aan zeggenschap, ontbossing en verlies van cultureel erfgoed. Er zullen veel meer zijn”, zegt Fonkel.
Zij koos voor een kwalitatieve onderzoeksmethode, waarbij ze gebruik maakte van literatuurstudie en interviews met sleutelfiguren binnen de Dombi-lo-gemeenschap. Lo zijn groepen binnen de marrongemeenschappen die volgens een systeem waarin afstamming en erfenis via de vrouwelijke lijn wordt doorgegeven.
Vanaf het begin van de trans-Atlantische slavernij was er sprake van verzet bij de tot slaafgemaakte Afrikanen. Een manier van verzet was om te vluchten in de bossen, wat op den duur leidde tot marronage en de historische constructie van het lo-systeem.
“De gevluchte tot slaafgemaakten zochten naar manieren om te communiceren en om in leven te blijven. Ze hebben van inheemsen, die er al waren, deels leren overleven maar in feite was niemand te vertrouwen. Zelfs je eigen mensen niet”, zegt Fonkel.
Groepen die van een bepaalde plantage vluchtten bleven daarom bij elkaar. De verschillende groepen die gevormd werden, zijn ver uitgegroeid tot verschillende lo, elk met een eigen leider.
Voor de afbakening van haar onderzoek heeft Fonkel gekozen voor de Dombi-lo, vooral vanwege de toegankelijkheid tot informatie van deze groep. Deze lo is rond 1712 ontstaan. De vluchtroute van mensen van deze lo was vanaf de omgeving van Jodensavanne van plantage Palmeneribo richting Poelepantje.
Op een kaart wijst Fonkel aan hoe deze groep vanuit Poelepantje richting Kwakoegron aan de Saramaccarivier is getrokken om vervolgens in de omgeving van Sarakreek aan de boven-Suriname te belanden. “Vanuit orale bronnen heb ik begrepen dat ze ook vanuit Jodensavanne rechtstreeks richting Sarakreek vluchten. Maar in elk geval kwamen ze allemaal elkaar tegen te Sarakreek, vernoemd naar een van hun voormoeders”, zegt de onderzoeker.
Overleven
De Dombi-lo bestond dus uit vluchtelingen van de plantage Palmeneribo, waar de eigenaar een dominee tevens planter genaamd Johannes Basseliers was. De Dombi’s geIoven dat hun naam is afgeleid van het woord ‘dominee’.
In 1707 was de kunstenaar Dirk Valkenburg werkzaam op de plantage, toen hij een bekend geworden schilderij maakte, waar …