Onderzoek Biza

HET OPENBAAR MINISTERIE (OM) heeft naar aanleiding van ‘bijzonder onderzoek’ van de Centrale Landsaccountantsdienst (Clad) bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza) besloten een strafrechtelijk onderzoek in te stellen, dat intussen gaande is. Het gaat om (vermeende) onregelmatigheden waarbij de naam van de toenmalige minister van het ministerie, Bronto Somohardjo, wordt genoemd. Hij heeft  de aantijgingen steevast ontkend en zegt valselijk te worden beschuldigd. Uiteindelijk is Somohardjo vorig jaar oktober afgetreden. Hij is intussen parlementslid en maakt deel uit van de regeringscoalitie.

Tegen onderzoek over mogelijke corruptie zal niemand bezwaar kunnen hebben. Het verdere verloop van het onderzoek in de kwestie-Binnenlandse Zaken zal uitwijzen of daar inderdaad sprake is van strafbare feiten en wie de schuldige(n) is of zijn en daarnaar moeten handelen.

Een zichzelf respecterend OM is tegenover de samenleving verplicht een beleid van gelijkheid – dus zonder aanzien des persoons – te voeren, waarbij er geen ruimte is voor ruis

Een vraag die wel opkomt, is waarom zoveel haast wordt gemaakt met deze zaak, terwijl er al maanden diverse andere klachten/dossiers bij het OM liggen, waarvan niet bekend is of het OM er nog iets mee doet of zal doen. Genoemd kunnen worden de kwestie-Pan American Real Estate, de drugszaak Kaaimangrasi, die heeft geleid tot ontmanteling van een drugsonderzoeksunit bij het Korps Politie Suriname en de buitenfunctiestelling van een officier van justitie. Hopelijk worden ook deze onderzoeksdossiers met dezelfde voortvarendheid als de zaak-Biza aangepakt en de samenleving op de hoogte gehouden van de vorderingen.

Een zichzelf respecterend OM is tegenover de samenleving verplicht een beleid van gelijkheid – dus zonder aanzien des persoons – te voeren, waarbij geen ruimte is voor ruis. De onlangs afgetreden regering-Santokhi/Brunswijk heeft al in de verkiezingscampagne in 2024 en ook daarna beloofd hoog in te zetten tegen corruptie, maar heeft dit niet waargemaakt. Het enige tastbare is de zaak-Binnenlandse Zaken.

Ook de regering-Geerlings-Simons/Rusland heeft corruptie hoog op de agenda staan en burgers zullen ongetwijfeld reikhalzend uitkijken naar de beloofde aanpak. De regering mag zich niet bemoeien met de vervolging, maar moet er wel voor zorgen dat dit instituut – het Openbaar Ministerie – met de grootst mogelijke onafhankelijkheid zaken beoordeelt, onderzoekt en waar nodig mensen strafrechtelijk vervolgt.

Suriname kan het zich nationaal noch internationaal veroorloven dat investeerders op basis van het corruptieniveau besluiten voor een andere land te kiezen om zaken mee te doen. Suriname heeft een Anticorruptiewet maar zoals het er nu voor een belangrijk deel aan is toegegaan, lijkt deze wet meer op een papieren tijger dan op een geducht wapen om corruptelingen het vuur na aan de schenen te leggen.