TERWIJL SURINAME AAN de vooravond staat van een revolutionaire economische ontwikkeling die een spin-off zou kunnen hebben naar verschillende sectoren, doemt een levensgroot vraagstuk op. In het onderwijs is er een zorgelijk tekort aan leerkrachten, vooral vakleerkrachten. Ervaren onderwijzers verlaten de sector of het land, terwijl de aanwas van jonge, frisse krachten te wensen overlaat.
Daarbovenop komt dat vrijwel de volledige begroting van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur wordt besteed aan salarissen. Slechts 5 procent is beschikbaar voor programma’s. Terecht stelt Onderwijsminister Henry Ori dat er met 5 procent bitter weinig kan worden gedaan. Hij prijst zich gelukkig dat buitenlandse donoren een steentje bijdragen, maar dat lijkt een druppel op een hete plaat te zijn.
Met het theoretiseren over oplossingen en oplossingsmodellen komt het land geen steek verder dan waar het nu is
Volgens het Unesco Education 2030 Framework for Action zou 4 tot 6 procent van het bruto binnenlands product van een land naar onderwijs moeten gaan, of tussen de 15 en 20 procent van de totale overheidsuitgaven. In Suriname gaat slechts 9 procent van de landsbegroting naar onderwijs, ver beneden de Unesco-aanbeveling dus. Wil Suriname de onderwijsdoelen daadwerkelijk realiseren, zal het land meer geld in het onderwijs moeten stoppen. Nu al stagneert de uitvoering van de onderwijsvernieuwing die in 2004 is ingezet.
Tijdens een persconferentie woensdagavond benoemde Ori de talrijke problemen binnen de onderwijssector. Sommige zijn nogal complex en zullen niet binnen een handomdraai zijn weggewerkt. Hij noemde ook de oplossingsrichting voor sommige vraagstukken, zoals automatisering van systemen, verbetering van dataverzameling en verwerking. Echter, de bewindsman heeft niet gezegd binnen welk tijdsbestek zal worden gewerkt aan de oplossing, waar de middelen vandaan moeten komen en wie zullen worden ingezet.
En juist daar wringt de schoen. Met het theoretiseren over oplossingen en oplossingsmodellen komt het land geen steek verder dan waar het nu is. De minister denkt met concrete plannen te komen hoe de vraagstukken zullen worden aangepakt. Met de aanstaande oliehausse vlak om de hoek heeft Suriname geen tijd te verliezen. Een beter opgeleid en gemotiveerd volk is nodig om de gewenste economische en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling te kunnen dragen en te realiseren.
Wat bijzonder zorgelijk klinkt, is dat het nog zeker twintig jaar zal duren voordat een schooljaar vlekkeloos kan beginnen. Eén van de grote jaarlijkse problemen is onvoldoende accommodatie. Onvoorstelbaar is dat voor het net begonnen schooljaar geen lokalen zijn bijgebouwd en dat het net als voorgaande jaren weer passen en meten wordt om alle leerlingen in de schoolbanken te krijgen.
- Aanwas nieuwe leerkrachten baart zorgen: SPI 25/ CPI 0..
- Dorpen krijgen elektriciteitsaansluiting in 2025..
- MAS wil interesse in maritieme sector vergroten met opendag…..
- Rijstboeren eindelijk gecompenseerd..
- President Santokhi: “Verkiezingen zondag 25 mei 2025”..
- Ori: Complexe problemen begin schooljaar zichtbaar..
- Wegafsluiting bij opening zittingsjaar Hof van Justitie..
- AWJ maakt aanvang met vergoeding vakantiejobbers; duurt nog…..
- OIL AND GAS BRAINDRAIN EN KADER..
- ‘De olie is er nog niet, maar er worden al veel populistisc…..
- Finabank publiceert halfjaarverslag 2024: SRD 95 miljoen wi…..
- President praat over respect voor mediawerkers..
- Kans op verspreide regenbuien..
- ‘Niemand zou alleen voor borstkanker moeten staan’..
- Margo Amalia Creebsburg (72) Alphen aan den Rijn 28-9-2024..
- Visserscollectief wil oplossing scherpe daling visvangst..
- Wat betekent de FID voor Suriname?..
- Kans op lichte en matige buien..
- FAI-arbeiders Nickerie hervatten werkzaamheden..
- Column: Competitieve sportbeoefening..
- Bevelhebber Kioe A Sen bevorderd tot brigade-generaal..