Onderwijs wil af van luie schoonmaaksters op scholen

“Veel mensen in het bestand, maar het werk wordt niet gedaan”
 
PARAMARIBO – Het structurele geklaag van schoolleiders over het ondermaatse werk dat schoonmaaksters in overheidsdienst leveren, heeft gisteren eindelijk gehoor gevonden in De Nationale Assemblee (DNA). Op vrijwel alle scholen komen klachten binnen over halfslachtig werk of zelfs het geheel ontbreken van schoonmaak, terwijl er op elke school schoonmaaksters zijn aangesteld. Onderwijsminister Henry Ori wil af van deze wanprestaties en overweegt het inhuren van particuliere schoonmaakbedrijven als oplossing.
Niet alleen in de districten, maar ook in Paramaribo melden leerkrachten dat zij ’s ochtends eerst hun klaslokalen moeten schoonmaken voordat ze de les kunnen beginnen. Het aanspreken van schoonmaaksters op hun nalatigheid lijkt zinloos, omdat zij snel weer terugvallen in hun oude gewoontes. In sommige gevallen reageren ze zelfs ongepast op schoolleiders die hen op hun taken wijzen.
De klachten zijn doorgedrongen tot de DNA en het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Minister Ori geeft aan bekend te zijn met het probleem en bespreekt de diverse scenario’s binnen de schoonmaak- en bewakingsafdelingen van het ministerie. “Het lijkt een verzamelplaats van politieke dissidenten die schoonmaak- en bewakingsfuncties zien als een manier om mensen een baan te geven zonder dat ze werken”,  stelt de minister. Deze functies zouden onder meer misbruikt worden om ‘spookambtenaren’ te creëren, waarbij personen hun arbeidsongeschiktheid forceren om betaald te worden zonder te werken. Daarnaast zijn er ook personen die via politieke connecties een inkomen en secundaire voorzieningen krijgen, zonder enige intentie om daadwerkelijk te werken.
De klachten van schoolleiders spreken voor zich. “Dit is niet mijn taak, maar ik kan de kinderen niet in een vieze klas laten zitten”,  zegt een leerkracht van een school in Munder aan Times of Suriname. “Het gebeurt steeds weer. Er zijn schoonmaaksters op school, maar ze doen hun werk niet.”
Minister Ori deelt deze frustratie in het parlement. “We kunnen de school niet onhygiënisch laten voor de kinderen, vooral niet in de kleuterklassen”,  aldus de minister. Daarom overweegt hij om ondernemers in te schakelen die het werk contractueel beter kunnen uitvoeren. Hetzelfde geldt voor de bewaking, waar ambtenaren eveneens vaak tekortschieten. “Er zijn veel mensen op de loonlijst, maar het werk wordt niet gedaan. We moeten een efficiëntieslag maken”,  besluit de minister.